Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. vervellen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vervellen from Dutch to Spanish

vervellen:

vervellen verbe (vervel, vervelt, vervelde, vervelden, verveld)

  1. vervellen

Conjugations for vervellen:

o.t.t.
  1. vervel
  2. vervelt
  3. vervelt
  4. vervellen
  5. vervellen
  6. vervellen
o.v.t.
  1. vervelde
  2. vervelde
  3. vervelde
  4. vervelden
  5. vervelden
  6. vervelden
v.t.t.
  1. ben verveld
  2. bent verveld
  3. is verveld
  4. zijn verveld
  5. zijn verveld
  6. zijn verveld
v.v.t.
  1. was verveld
  2. was verveld
  3. was verveld
  4. waren verveld
  5. waren verveld
  6. waren verveld
o.t.t.t.
  1. zal vervellen
  2. zult vervellen
  3. zal vervellen
  4. zullen vervellen
  5. zullen vervellen
  6. zullen vervellen
o.v.t.t.
  1. zou vervellen
  2. zou vervellen
  3. zou vervellen
  4. zouden vervellen
  5. zouden vervellen
  6. zouden vervellen
diversen
  1. vervel!
  2. vervelt!
  3. verveld
  4. vervellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

vervellen [znw.] nom

  1. vervellen
    el saltarse; el la piel se me salta

Translation Matrix for vervellen:

NounRelated TranslationsOther Translations
la piel se me salta vervellen
saltarse vervellen
VerbRelated TranslationsOther Translations
despellejarse vervellen afschilferen; schilferen
mudar la piel vervellen
pelarse vervellen
saltarse aanspringen; weglaten

Wiktionary Translations for vervellen:

vervellen
verb
  1. oude huid afwerpen om daarmee nieuwe onderliggende huid bloot te stellen

Cross Translation:
FromToVia
vervellen mudar moult — To shed or lose a covering of fur, feathers or skin etc.