Summary


Dutch

Detailed Translations for zich krabben from Dutch to Spanish

zich krabben:

zich krabben verbe

  1. zich krabben (krassen)

Translation Matrix for zich krabben:

NounRelated TranslationsOther Translations
chillar joelen
rascar krabsel
VerbRelated TranslationsOther Translations
arañar krassen; zich krabben afkrabben; bijeenschrapen; openkrabben; schrapen; schrappen
arrastrar por el suelo krassen; zich krabben
cascar krassen; zich krabben afkraken; afranselen; babbelen; declineren; een krakend geluid maken; huizen kraken; iemand toetakelen; ijlen; kakelen; katten; kletsen; knakken; kraken; kritiseren; kwaken; kwebbelen; kwetteren; onzin uitkramen; onzin verkopen; raaskallen; ratelen; snateren; verbuigen; vervoegen; wartaal spreken
chillar krassen; zich krabben blaffen; blèren; brullen; bulderen; daveren; emmeren; fluisteren; foeteren; gillen; het uitgillen; huilen; janken; joelen; knarsen; krijsen; lispelen; luidkeels iets verkondigen; piepen; roepen; schetteren; schreeuwen; sissen; tetteren; uitbrullen; uitgillen; uitjouwen; uitkrijsen; uitroepen; uitschreeuwen; zich beklagen
descifrar krassen; zich krabben afkraken; dechiffreren; decoderen; katten; kraken; kritiseren; ontcijferen; ontknopen; ontraadselen; ontrafelen; ontsleutelen; ontwarren; oplossen; tot een oplossing brengen; uitpluizen; uitrafelen; uitvezelen; uitzoeken
rascar krassen; zich krabben afkrabben; knorren; oogsten; plukken; ronken; schrapen; schrappen; snorren; verzamelen; zagen
rascarse krassen; zich krabben

Related Translations for zich krabben