Dutch
Detailed Translations for inbouwen from Dutch to French
inbouwen:
-
inbouwen
insérer; incorporer-
insérer verbe (insère, insères, insérons, insérez, insèrent, insérais, insérait, insérions, insériez, inséraient, insérai, inséras, inséra, insérâmes, insérâtes, insérèrent, insérerai, inséreras, insérera, insérerons, insérerez, inséreront)
-
incorporer verbe (incorpore, incorpores, incorporons, incorporez, incorporent, incorporais, incorporait, incorporions, incorporiez, incorporaient, incorporai, incorporas, incorpora, incorporâmes, incorporâtes, incorporèrent, incorporerai, incorporeras, incorporera, incorporerons, incorporerez, incorporeront)
-
Conjugations for inbouwen:
o.t.t.
- bouw in
- bouwt in
- bouwt in
- bouwen in
- bouwen in
- bouwen in
o.v.t.
- bouwde in
- bouwde in
- bouwde in
- bouwden in
- bouwden in
- bouwden in
v.t.t.
- heb ingebouwd
- hebt ingebouwd
- heeft ingebouwd
- hebben ingebouwd
- hebben ingebouwd
- hebben ingebouwd
v.v.t.
- had ingebouwd
- had ingebouwd
- had ingebouwd
- hadden ingebouwd
- hadden ingebouwd
- hadden ingebouwd
o.t.t.t.
- zal inbouwen
- zult inbouwen
- zal inbouwen
- zullen inbouwen
- zullen inbouwen
- zullen inbouwen
o.v.t.t.
- zou inbouwen
- zou inbouwen
- zou inbouwen
- zouden inbouwen
- zouden inbouwen
- zouden inbouwen
en verder
- is ingebouwd
diversen
- bouw in!
- bouwt in!
- ingebouwd
- inbouwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for inbouwen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
incorporer | inbouwen | aanvullen; absorberen; completeren; inbrengen; incorporeren; inlijven; insluiten; invoegen; ontgroenen; opnemen; opnemen in groter geheel; opslorpen; opslurpen; toevoegen; voltallig maken |
insérer | inbouwen | bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; bijzetten; erbij voegen; inbedden; inbrengen; inlassen; inleggen; inpassen; invoegen; neerleggen; neerzetten; onderuit halen; passen in; plaatsen; toevoegen; tussen zetten; tussenleggen; zetten |
Wiktionary Translations for inbouwen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• inbouwen | → incorporer | ↔ incorporate — include as a part or ingredient |