Summary
Dutch
Detailed Translations for wapen from Dutch to French
wapen:
-
het wapen (strijdmiddel)
Translation Matrix for wapen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
arme | strijdmiddel; wapen | geweer; pistool; vuurmond |
fusil | strijdmiddel; wapen | geweer; pistool; schietwapen; slijpstaal; vuurmond; vuurwapen |
moyen guerrier | strijdmiddel; wapen | |
pistolet | strijdmiddel; wapen | broodje; geweer; handpistool; kadetje; kleine punt; pisfles; pisglas; pistool; puntje; revolver; revolverspuit; urinefles |
Related Words for "wapen":
Related Definitions for "wapen":
Wiktionary Translations for wapen:
wapen
wapen
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wapen | → arme | ↔ arm — weapon |
• wapen | → armoiries; armes; blason | ↔ coat of arms — a hereditary design depicted on an escutcheon |
• wapen | → arme | ↔ weapon — instrument of attack or defense in combat |
• wapen | → arme | ↔ Waffe — ein technisches Hilfsmittel für die Jagd und den Kampf |
• wapen | → armoiries; blason | ↔ Wappen — Heraldik: Symbol eines Adelsgeschlechts, einer Stadt, Gebietskörperschaft oder eines Staates, bestehend aus einem Schild und gegebenenfalls weiterem Zubehör |
wapenen:
-
wapenen (bewapenen)
armer; se cuirasser; blinder-
armer verbe (arme, armes, armons, armez, arment, armais, armait, armions, armiez, armaient, armai, armas, arma, armâmes, armâtes, armèrent, armerai, armeras, armera, armerons, armerez, armeront)
-
se cuirasser verbe
-
blinder verbe (blinde, blindes, blindons, blindez, blindent, blindais, blindait, blindions, blindiez, blindaient, blindai, blindas, blinda, blindâmes, blindâtes, blindèrent, blinderai, blinderas, blindera, blinderons, blinderez, blinderont)
-
Conjugations for wapenen:
o.t.t.
- wapen
- wapent
- wapent
- wapenen
- wapenen
- wapenen
o.v.t.
- wapende
- wapende
- wapende
- wapenden
- wapenden
- wapenden
v.t.t.
- heb gewapend
- hebt gewapend
- heeft gewapend
- hebben gewapend
- hebben gewapend
- hebben gewapend
v.v.t.
- had gewapend
- had gewapend
- had gewapend
- hadden gewapend
- hadden gewapend
- hadden gewapend
o.t.t.t.
- zal wapenen
- zult wapenen
- zal wapenen
- zullen wapenen
- zullen wapenen
- zullen wapenen
o.v.t.t.
- zou wapenen
- zou wapenen
- zou wapenen
- zouden wapenen
- zouden wapenen
- zouden wapenen
diversen
- wapen!
- wapent!
- gewapend
- wapenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for wapenen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
armer | bewapenen; wapenen | bepantseren; harnassen; optooien; zich uitdossen; zich uitmonsteren |
blinder | bewapenen; wapenen | afdekken; bepantseren; blinderen; harnassen |
se cuirasser | bewapenen; wapenen |