Dutch

Detailed Translations for krombuigen from Dutch to French

krombuigen:

krombuigen verbe

  1. krombuigen (kromtrekken)
  2. krombuigen (buigen)
    fléchir; arquer; recourber; cambrer; courber; déjeter
    • fléchir verbe (fléchis, fléchit, fléchissons, fléchissez, )
    • arquer verbe (arque, arques, arquons, arquez, )
    • recourber verbe (recourbe, recourbes, recourbons, recourbez, )
    • cambrer verbe (cambre, cambres, cambrons, cambrez, )
    • courber verbe (courbe, courbes, courbons, courbez, )
    • déjeter verbe

Translation Matrix for krombuigen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
arquer buigen; krombuigen
cambrer buigen; krombuigen buigen; eer betuigen
courber buigen; krombuigen buigen; doorbuigen; doorzakken; eer betuigen; krom buigen; krommen; neigen; ombuigen; overhellen; overhellen tot een denkwijze; tenderen naar; uitwringen; verbuigen; welven; wringen
déjeter buigen; krombuigen
fléchir buigen; krombuigen buigen; doorbuigen; doorzakken; eer betuigen; krom buigen; krommen; neigen; omknikken; overhellen; overhellen tot een denkwijze; tenderen naar; uitwringen; wringen
recourber buigen; krombuigen buigen; krom buigen; krommen; neigen; overhellen; overhellen tot een denkwijze; tenderen naar; uitwringen; welven; wringen
se déformer krombuigen; kromtrekken gaan hangen; uitzakken; vergroeien
se tourmenter krombuigen; kromtrekken

Wiktionary Translations for krombuigen:


krom buigen:

krom buigen verbe (buig krom, buigt krom, boog krom, bogen krom, krom gebogen)

  1. krom buigen (ombuigen; verbuigen)
    infléchir; courber; plier; économiser; replier; incurver
    • infléchir verbe (infléchis, infléchit, infléchissons, infléchissez, )
    • courber verbe (courbe, courbes, courbons, courbez, )
    • plier verbe (plie, plies, plions, pliez, )
    • économiser verbe (économise, économises, économisons, économisez, )
    • replier verbe (replie, replies, replions, repliez, )
    • incurver verbe
  2. krom buigen (krommen; buigen)
    plier; se tordre; courber; se courber; recourber; se voûter; fléchir; s'incliner; s'incurver
    • plier verbe (plie, plies, plions, pliez, )
    • se tordre verbe
    • courber verbe (courbe, courbes, courbons, courbez, )
    • se courber verbe
    • recourber verbe (recourbe, recourbes, recourbons, recourbez, )
    • se voûter verbe
    • fléchir verbe (fléchis, fléchit, fléchissons, fléchissez, )
    • s'incliner verbe
    • s'incurver verbe

Conjugations for krom buigen:

o.t.t.
  1. buig krom
  2. buigt krom
  3. buigt krom
  4. buigen krom
  5. buigen krom
  6. buigen krom
o.v.t.
  1. boog krom
  2. boog krom
  3. boog krom
  4. bogen krom
  5. bogen krom
  6. bogen krom
v.t.t.
  1. heb krom gebogen
  2. hebt krom gebogen
  3. heeft krom gebogen
  4. hebben krom gebogen
  5. hebben krom gebogen
  6. hebben krom gebogen
v.v.t.
  1. had krom gebogen
  2. had krom gebogen
  3. had krom gebogen
  4. hadden krom gebogen
  5. hadden krom gebogen
  6. hadden krom gebogen
o.t.t.t.
  1. zal krom buigen
  2. zult krom buigen
  3. zal krom buigen
  4. zullen krom buigen
  5. zullen krom buigen
  6. zullen krom buigen
o.v.t.t.
  1. zou krom buigen
  2. zou krom buigen
  3. zou krom buigen
  4. zouden krom buigen
  5. zouden krom buigen
  6. zouden krom buigen
diversen
  1. buig krom!
  2. buigt krom!
  3. krom gebogen
  4. krom buigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for krom buigen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
courber buigen; krom buigen; krommen; ombuigen; verbuigen buigen; doorbuigen; doorzakken; eer betuigen; krombuigen; krommen; neigen; overhellen; overhellen tot een denkwijze; tenderen naar; uitwringen; welven; wringen
fléchir buigen; krom buigen; krommen buigen; doorbuigen; doorzakken; eer betuigen; krombuigen; neigen; omknikken; overhellen; overhellen tot een denkwijze; tenderen naar; uitwringen; wringen
incurver krom buigen; ombuigen; verbuigen
infléchir krom buigen; ombuigen; verbuigen
plier buigen; krom buigen; krommen; ombuigen; verbuigen buigen; eer betuigen; krommen; neigen; omknikken; omvouwen; ontvouwen; openspreiden; openvouwen; opvouwen; overhellen; overhellen tot een denkwijze; plooien; samenvouwen; ten dele vouwen; tenderen naar; toevouwen; uitklappen; uitslaan; uitspreiden; uitvouwen; uitwringen; vouwen; welven; wringen
recourber buigen; krom buigen; krommen buigen; krombuigen; krommen; neigen; overhellen; overhellen tot een denkwijze; tenderen naar; uitwringen; welven; wringen
replier krom buigen; ombuigen; verbuigen binnenwaarts vouwen; invouwen; opklappen; opvouwen; vouwen
s'incliner buigen; krom buigen; krommen buigen; eerbied tonen; hellen; krommen; neerbuigen; neigen; nijgen; overhellen; overhellen tot een denkwijze; tenderen naar; uitwringen; voorover buigen; voorover hellen; welven; wringen
s'incurver buigen; krom buigen; krommen buigen; instulpen; krommen; welven
se courber buigen; krom buigen; krommen buigen; krommen; welven
se tordre buigen; krom buigen; krommen zich wringen
se voûter buigen; krom buigen; krommen
économiser krom buigen; ombuigen; verbuigen besparen; bezuinigen; bijeenzamelen; geld besparen; korten; matigen; minder gebruiken; op bankrekening zetten; opeenhopen; oppotten; opsparen; sparen; vergaren; verzamelen; zuinig zijn

External Machine Translations: