Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Search: spaak

Dutch and French Search Results for: spaak

Summary

Dutch to French: more detail...

spaak:
- rayon; rai
Wiktionary:
- spaak → rayon, levier
- spaak → rayon

Dutch

Detailed Translations for spaak from Dutch to French

spaak:

spaak [de ~] nom

de spaak
le rayon; le rai
- rayon [le ~] nom
- rai [le ~] nom

Translation Matrix for spaak:

Noun	Related Translations	Other Translations
rai	spaak	baton; staaf; staf; stang; stok
rayon	spaak	afdeling; basisbestanddeel; baton; bestanddeel; bestuursregio; boekenplank; component; deel; departement; detachement; divisie; element; erf; fractie; grondgebied; ingrediënt; legbord; onderdeel; plank; radiatie; radius; rek; schap; sectie; spaak van een fietswiel; sprankeltje; staaf; staf; stang; stok; straal; straalbundel; stralenbundel; straling; stuk; tak; terrein; territorium; uitstraling; vakgroep; vonkje; wielspaak

Related Words for "spaak":

spaken

Related Definitions for "spaak":

verbinding tussen as en velg van een wiel¹
- er zijn een paar spaken van de fiets stuk¹

Wiktionary Translations for spaak:

spaak

noun

een staaf die de naaf en de velg van een wiel verbindt
- spaak → rayon

spaak

noun

barre rigide que l’on fixer à un point d’appui servir à faciliter un mouvement pour déplacer, soutenir ou soulever d’autres corps.
- levier → hefboom; koevoet; spaak; zwengel

Cross Translation:

From	To	Via
• spaak	→ rayon	↔ spoke — part of a wheel

Related Translations for spaak

spaak van een fietswiel

¹Muiswerk Woordenboek