Dutch

Detailed Translations for aarden from Dutch to French

aarden:

aarden verbe (aard, aardt, aardde, aardden, geaard)

  1. aarden (gronden)
    établir; fonder; baser; s'établir
    • établir verbe (établis, établit, établissons, établissez, )
    • fonder verbe (fonde, fondes, fondons, fondez, )
    • baser verbe (base, bases, basons, basez, )
    • s'établir verbe
  2. aarden (op aarde aansluiten)
  3. aarden (gewendraken; wennen; aanpassen)

Conjugations for aarden:

o.t.t.
  1. aard
  2. aardt
  3. aardt
  4. aarden
  5. aarden
  6. aarden
o.v.t.
  1. aardde
  2. aardde
  3. aardde
  4. aardden
  5. aardden
  6. aardden
v.t.t.
  1. ben geaard
  2. bent geaard
  3. is geaard
  4. zijn geaard
  5. zijn geaard
  6. zijn geaard
v.v.t.
  1. was geaard
  2. was geaard
  3. was geaard
  4. waren geaard
  5. waren geaard
  6. waren geaard
o.t.t.t.
  1. zal aarden
  2. zult aarden
  3. zal aarden
  4. zullen aarden
  5. zullen aarden
  6. zullen aarden
o.v.t.t.
  1. zou aarden
  2. zou aarden
  3. zou aarden
  4. zouden aarden
  5. zouden aarden
  6. zouden aarden
diversen
  1. aard!
  2. aardt!
  3. geaard
  4. aardende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aarden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
baser aarden; gronden baseren; funderen; gronden; grondvesten
fonder aarden; gronden arrangeren; baseren; bouwen; funderen; gronden; grondvesten; iets op touw zetten; instellen; invoeren; koloniseren; opbouwen; oprichten; regelen; settelen; stichten; vestigen
mettre à la terre aarden; op aarde aansluiten
s'habituer à aanpassen; aarden; gewendraken; wennen acclimatiseren; gewennen; inpassen; wennen; zich thuisvoelen
s'établir aarden; gronden baseren; funderen; gronden; grondvesten; neerstrijken; plaatsnemen; zich nestelen; zich vestigen
se faire à aanpassen; aarden; gewendraken; wennen acclimatiseren; inpassen; wennen; zich thuisvoelen
se familiariser aanpassen; aarden; gewendraken; wennen aanwennen; acclimatiseren; eigenmaken; gewend raken; gewennen; inpassen; leren; wennen; zich thuisvoelen
établir aarden; gronden baseren; bepalen; determineren; formeren; funderen; gronden; grondvesten; instellen; invoeren; koloniseren; oprichten; settelen; stichten; vaststellen; vestigen

Wiktionary Translations for aarden:

aarden
adjective
  1. van aarde gemaakt
verb
  1. zich thuis voelen, wennen, gewoon worden
  2. met de aarde verbinden
  3. ~ naar

Cross Translation:
FromToVia
aarden mettre à la terre ground — to connect an electrical conductor

Related Translations for aarden