Dutch

Detailed Translations for echt from Dutch to French

echt:

echt [de ~ (m)] nom

  1. de echt (echtverbintenis; huwelijk; burgerlijke staat)
    le mariage; la communauté conjugale; l'union conjugale; l'alliance; l'union; la relations conjugales; la noces

Translation Matrix for echt:

NounRelated TranslationsOther Translations
alliance burgerlijke staat; echt; echtverbintenis; huwelijk akkoord; alliantie; alliëren; associatie; band; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; bruiloft; bruiloftsdag; coalitie; eensgezindheid; federatie; genootschap; huwelijksdag; huwelijksring; liga; machtsblok; pact; saamhorigheid; sociëteit; solidariteit; trouwdag; trouwerij; trouwring; unie; verbond; verbondenheid; verdrag; vereniging; vereniging van bevriende staten
communauté conjugale burgerlijke staat; echt; echtverbintenis; huwelijk huwelijkse staat; huwelijksgemeenschap
direct compagnon; gabber; gezel; kameraad; kameraadje; kompaan; kornuit; maat; maatje; makker; pal; spitsbroeder; tramkaartje; vriend
franc franc; frank
mariage burgerlijke staat; echt; echtverbintenis; huwelijk bruiloft; bruiloftsdag; bruiloftsfeest; huwelijk; huwelijksceremonie; huwelijksdag; huwelijkse staat; huwelijksfeest; huwelijksinzegening; huwelijksleven; huwelijksplechtigheid; huwelijksvoltrekking; trouwdag; trouwerij; trouwplechtigheid
noces burgerlijke staat; echt; echtverbintenis; huwelijk bruiloft; bruiloftsdag; bruiloftsfeest; huwelijk; huwelijksceremonie; huwelijksdag; huwelijkse staat; huwelijksfeest; huwelijksinzegening; huwelijksplechtigheid; trouwdag; trouwerij; trouwplechtigheid
relations conjugales burgerlijke staat; echt; echtverbintenis; huwelijk huwelijkse staat
union burgerlijke staat; echt; echtverbintenis; huwelijk aaneenvoeging; akkoord; alliantie; amalgamatie; associatie; band; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; bruiloftsdag; coalitie; eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; eenwording; federatie; fusie; genootschap; harmonie; huwelijksdag; huwelijkse staat; liga; pact; saamhorigheidsgevoel; samendoen; samenklank; samensmelting; samenvoeging; sociëteit; solidariteit; statenbond; trouwdag; unie; verbinden; verbinding; verbond; verdrag; vereniging; versmelting
union conjugale burgerlijke staat; echt; echtverbintenis; huwelijk huwelijkse staat; huwelijksgemeenschap
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
authentique echt; heus; onvervalst; werkelijk authentiek; kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; onvermengd; oorspronkelijk; origineel; pure; puur; rein; zuiver; zuivere
- heus; natuurlijk; typisch; werkelijk; zuiver
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
- waar
ModifierRelated TranslationsOther Translations
adroit echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit adrem; bedreven; behendig; bekwaam; berekenend; bijdehand; clever; eenvoudig; gehaaid; gemakkelijk; geoefend; gevat; gewiekst; handig; kien; kundig; licht; makkelijk; niet moeilijk; pienter; raak; schrander; simpel; slim; snedig; snugger; uitgeslapen; vaardig
dans l'âme echt; in hart en nieren; rechtgeaard
dans lequel echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit waarbij; waarin
de bonne foi echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit decent; eerbaar; eerlijk; fair; fatsoenlijk; fideel; manierlijk; netjes; open; openhartig; oprecht; rechtschapen; rondborstig; trouwhartig; welvoeglijk
direct echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit aanstonds; dadelijk; direct; directe; duidelijk; eerlijk; fideel; gauw; gelijk; gezwind; linea recta; meteen; ongezouten; onmiddellijk; onverwijld; openhartig; openlijk; oprecht; recht door zee; rechtstreeks; regelrecht; rondborstig; ronduit; terstond; trouwhartig; zo meteen
effectivement echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk 'tuurlijk; absoluut; allicht; beslist; bijgevolg; daadwerkelijk; dus; inderdaad; jawel; jazeker; logisch; metterdaad; natuurlijk; onontkomelijk; ronduit; stellig; uiteraard; vanzelfsprekend; voorwaar; waarlijk; zeker; zonder twijfel
en effet echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; daadwerkelijk; dus; inderdaad; jawel; jazeker; logisch; metterdaad; namelijk; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; voorwaar; zeker; zonder twijfel
en quoi echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit waarin
en réalité echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk daadwerkelijk; feitelijk; in de praktijk; in feite; in werkelijkheid; werkelijk
en vérité beslist; echt; effectief; geheid; gewis; heus; metterdaad; reëel; stellig; vast en zeker; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; warempel; wel degelijk; welzeker; werkelijk; zeker daadwerkelijk; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; voorwaar; werkelijk
franc echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit benaderbaar; brutaal; cru; decent; eerbaar; eerlijk; fair; fatsoenlijk; fideel; frank; genaakbaar; manierlijk; met open vizier; netjes; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; onbevangen; onbewimpeld; ongeveinsd; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechtdoorzee; rechtschapen; rechttoe; rechttoe rechtaan; rondborstig; ronduit; ruiterlijk; stoutmoedig; toegankelijk; trouwhartig; volmondig; vrij; vrijelijk; vrijmoedig; vrijpostig; vrijuit; waar; waarachtig; welvoeglijk; werkelijk
honnête echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; braaf; cru; decent; degelijk; deugdelijk; deugdzaam; eerbaar; eerlijk; fair; fatsoenlijk; fideel; gedegen; geschikt; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; kuis; lief; manierlijk; netjes; ongeveinsd; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; plezierig; rechtdoorzee; rechtgeaard; rechtschapen; rechttoe rechtaan; rechtvaardig; rondborstig; tof; trouwhartig; van goede hoedanigheid; voorbeeldig; voorkomend; vriendelijk; welvoeglijk; zachtaardig; zedig; zoet
intègre echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit braaf; cru; deugdzaam; eerlijk; fideel; integer; lief; onbedorven; onbesproken; onbevlekt; ongeveinsd; onkreukbaar; onomwonden; onschuldig; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechtgeaard; rechtschapen; rechttoe rechtaan; rechtvaardig; rein; rondborstig; trouwhartig; vlekkeloos; voorbeeldig; zoet
echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit sedert; sinds; vanaf het moment dat; waar; waarbij; waarheen; waarin
par où echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit waardoor; waarheen; waarin
pur echt; onvervalst brandschoon; gaaf; gekuist; gewoonweg; klare; klinkklaar; koel; koud; kuis; maagdelijk; natuurlijk; onaangebroken; onaangedaan; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; onbedorven; onberoerd; onbevlekt; onbewogen; ongebruikt; ongedwongen; ongekunsteld; ongeopend; ongerept; onschuldig; onvermengd; onversneden; onverzwakt; pure; puur; rechttoe; rein; smetteloos; virginaal; vlekkeloos; zuiver; zuivere
purement echt; onvervalst gaaf; gekuist; hygienisch; kuis; louter; maagdelijk; onaangeraakt; onbevlekt; ongerept; onschuldig; puur; rein; schoon; virginaal; zuiver
réellement beslist; echt; effectief; geheid; gewis; heus; metterdaad; reëel; stellig; vast en zeker; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; warempel; wel degelijk; welzeker; werkelijk; zeker absoluut; beslist; daadwerkelijk; eerlijk; feitelijk; fideel; in feite; in werkelijkheid; openhartig; oprecht; reëel; rondborstig; ronduit; stellig; trouwhartig; waar; waarachtig; werkelijk; zeker
sincère echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit bedoeld; decent; diep; eerbaar; eerlijk; ernstig; fair; fatsoenlijk; fideel; gemeend; goedbedoeld; hartgrondig; innig; intens; manierlijk; netjes; ongeveinsd; open; openhartig; oprecht; rechtdoorzee; rechtschapen; rondborstig; serieus; trouwhartig; van harte; vol ernst; volmondig; waar; waarachtig; waarheidlievend; waarheidslievend; welgemeend; welvoeglijk; werkelijk; werkelijk menend
sur laquelle echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit waarin
sur lequel echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit waarin; waarover
sur lesquelles echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit waarin
sur lesquels echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit waarin
sur quoi echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit waarin; waarover
vrai echt; eerlijk; heus; menens; onvervalst; oprecht; ronduit; werkelijk echte; eerlijk; fideel; gewoonweg; klinkklaar; openhartig; oprecht; rechttoe; rondborstig; trouwhartig; voorwaar; waar; waarachtig; werkelijk; werkelijke
vraiment beslist; echt; effectief; geheid; gewis; heus; metterdaad; reëel; stellig; vast en zeker; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; warempel; wel degelijk; welzeker; werkelijk; zeker beslist; eerlijk; eigenlijk; feitelijk; fideel; geheid; gewis; heus; inderdaad; jawel; jazeker; ongetwijfeld; openhartig; oprecht; reëel; rondborstig; stellig; trouwhartig; vast; vast en zeker; voorwaar; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; welzeker; werkelijk; zeker
véridique echt; heus; werkelijk beslist; eerlijk; feitelijk; fideel; geheid; gewis; heus; ongetwijfeld; openhartig; oprecht; reëel; rondborstig; stellig; trouwhartig; vast; vast en zeker; voorwaar; voorzeker; waar; waarachtig; waarheidsgetrouw; waarlijk; welzeker; werkelijk; zeker
véridiquement echt; heus; werkelijk beslist; eerlijk; feitelijk; fideel; geheid; gewis; heus; ongetwijfeld; openhartig; oprecht; reëel; rondborstig; stellig; trouwhartig; vast; vast en zeker; voorwaar; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; weliswaar; welzeker; werkelijk; zeker
véritable echt; heus; werkelijk absoluut; beslist; eerlijk; fideel; gewoonweg; klinkklaar; openhartig; oprecht; rechttoe; rondborstig; ronduit; stellig; trouwhartig; voorwaar; waar; waarachtig; weliswaar; werkelijk; zeker
véritablement beslist; echt; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; werkelijk; zeker absoluut; beslist; eerlijk; eigenlijk; feitelijk; fideel; geheid; gewis; heus; ongetwijfeld; openhartig; oprecht; reëel; rondborstig; ronduit; stellig; trouwhartig; vast; vast en zeker; voorwaar; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; weliswaar; welzeker; werkelijk; zeker
à quoi echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit waaraan; waarin; waarom; waartegen; waartoe

Related Words for "echt":


Synonyms for "echt":


Antonyms for "echt":


Related Definitions for "echt":

  1. precies als in de werkelijkheid1
    • is het echt gebeurd?1
  2. geen namaak1
    • deze armband is echt goud1
  3. wat er precies bij past1
    • dat is echt is voor onze Otman1

Wiktionary Translations for echt:

echt
adjective
  1. waarachtig, juist, niet vervalst
echt
adjective
  1. Qui certifier par des officiers publics et dans les formes requérir.
  2. droit|fr Qui a les conditions, les qualités requérir par la loi.
  3. véritable, effectif, vrai, sans fiction ni figure.
  4. Qui est conforme à la vérité, à ce qui est réellement.
noun
  1. union de deux personnes reconnue de façon officielle par la loi ou les règles en vigueur localement, dans le but de s’unir à vie en formant un couple.
  1. -
  2. Traduction à trier

Cross Translation:
FromToVia
echt fondamental; essentiel essential — in basic form
echt authentique genuine — real, authentic
echt réel; vrai; vraie real — that can be characterized as a confirmation of truth
echt vrai; vraie real — that has physical existence
echt vrai; vraie real — that is an exemplary or pungent instance of a class or type
echt vrai; vraie real — genuine, not faked
echt vrai; vraie real — genuine, not artificial
echt vrai true — concurring with a given set of facts

External Machine Translations:

Related Translations for echt