Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. kapitaliseren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for kapitaliseren from Dutch to French

kapitaliseren:

kapitaliseren verbe (kapitaliseer, kapitaliseert, kapitaliseerde, kapitaliseerden, gekapitaliseerd)

  1. kapitaliseren
    capitaliser; argenter; convertir en espèces
    • capitaliser verbe (capitalise, capitalises, capitalisons, capitalisez, )
    • argenter verbe (argente, argentes, argentons, argentez, )

Conjugations for kapitaliseren:

o.t.t.
  1. kapitaliseer
  2. kapitaliseert
  3. kapitaliseert
  4. kapitaliseren
  5. kapitaliseren
  6. kapitaliseren
o.v.t.
  1. kapitaliseerde
  2. kapitaliseerde
  3. kapitaliseerde
  4. kapitaliseerden
  5. kapitaliseerden
  6. kapitaliseerden
v.t.t.
  1. heb gekapitaliseerd
  2. hebt gekapitaliseerd
  3. heeft gekapitaliseerd
  4. hebben gekapitaliseerd
  5. hebben gekapitaliseerd
  6. hebben gekapitaliseerd
v.v.t.
  1. had gekapitaliseerd
  2. had gekapitaliseerd
  3. had gekapitaliseerd
  4. hadden gekapitaliseerd
  5. hadden gekapitaliseerd
  6. hadden gekapitaliseerd
o.t.t.t.
  1. zal kapitaliseren
  2. zult kapitaliseren
  3. zal kapitaliseren
  4. zullen kapitaliseren
  5. zullen kapitaliseren
  6. zullen kapitaliseren
o.v.t.t.
  1. zou kapitaliseren
  2. zou kapitaliseren
  3. zou kapitaliseren
  4. zouden kapitaliseren
  5. zouden kapitaliseren
  6. zouden kapitaliseren
en verder
  1. is gekapitaliseerd
diversen
  1. kapitaliseer!
  2. kapitaliseert!
  3. gekapitaliseerd
  4. kapitaliserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kapitaliseren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
argenter kapitaliseren
capitaliser kapitaliseren in geld omzetten; ten gelde maken; verzilveren
convertir en espèces kapitaliseren in geld omzetten; verzilveren

Wiktionary Translations for kapitaliseren:

kapitaliseren
verb
  1. kapitaal laten aangroeien
kapitaliseren