Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. nodig hebben:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for nodig hebben from Dutch to French

nodig hebben:

nodig hebben verbe (heb nodig, hebt nodig, heeft nodig, had nodig, hadden nodig, nodig gehad)

  1. nodig hebben (behoeven; benodigen)
    avoir besoin; nécessiter
    • avoir besoin verbe
    • nécessiter verbe (nécessite, nécessites, nécessitons, nécessitez, )

Conjugations for nodig hebben:

o.t.t.
  1. heb nodig
  2. hebt nodig
  3. heeft nodig
  4. hebben nodig
  5. hebben nodig
  6. hebben nodig
o.v.t.
  1. had nodig
  2. had nodig
  3. had nodig
  4. hadden nodig
  5. hadden nodig
  6. hadden nodig
v.t.t.
  1. heb nodig gehad
  2. hebt nodig gehad
  3. heeft nodig gehad
  4. hebben nodig gehad
  5. hebben nodig gehad
  6. hebben nodig gehad
v.v.t.
  1. had nodig gehad
  2. had nodig gehad
  3. had nodig gehad
  4. hadden nodig gehad
  5. hadden nodig gehad
  6. hadden nodig gehad
o.t.t.t.
  1. zal nodig hebben
  2. zult nodig hebben
  3. zal nodig hebben
  4. zullen nodig hebben
  5. zullen nodig hebben
  6. zullen nodig hebben
o.v.t.t.
  1. zou nodig hebben
  2. zou nodig hebben
  3. zou nodig hebben
  4. zouden nodig hebben
  5. zouden nodig hebben
  6. zouden nodig hebben
diversen
  1. heb nodig!
  2. hebt nodig!
  3. nodig gehad
  4. nodig hebbend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for nodig hebben:

VerbRelated TranslationsOther Translations
avoir besoin behoeven; benodigen; nodig hebben
nécessiter behoeven; benodigen; nodig hebben noodzaken tot

Wiktionary Translations for nodig hebben:

nodig hebben
Cross Translation:
FromToVia
nodig hebben falloir; avoir besoin de need — to have an absolute requirement for
nodig hebben avoir besoin de; nécessiter benötigen — etwas haben müssen

Related Translations for nodig hebben