Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. onderhoud:
  2. onderhouden:
  3. Wiktionary:
  4. User Contributed Translations for onderhoud:
    • maintenance


Dutch

Detailed Translations for onderhoud from Dutch to French

onderhoud:

onderhoud [het ~] nom

  1. het onderhoud (onderhoudsgeld; voedsel; kost)
    l'entretien
  2. het onderhoud (verzorging)
    le maintien; l'entretien; la conservation
  3. het onderhoud (in goede staat houden)
    l'entretien; la conservation
  4. het onderhoud (samenspraak; gesprek)
    l'entretien; la dialogue; la préservation

Translation Matrix for onderhoud:

NounRelated TranslationsOther Translations
conservation in goede staat houden; onderhoud; verzorging behoud; bergen; berging; bewaarplaats; bewaren; bewaring; conservatie; handhaving; in bewaring geven; instandhouding; toevertrouwen; verduurzaming
dialogue gesprek; onderhoud; samenspraak conversatie; dialoog; discussie; gesprek; samenspraak; tweegesprek; tweespraak
entretien gesprek; in goede staat houden; kost; onderhoud; onderhoudsgeld; samenspraak; verzorging; voedsel babbeltje; causerie; conversatie; dialoog; discussie; gebabbel; gesprek; interview; mondeling onderhoud; praatje; samenspraak; tweegesprek; tweespraak; vraaggesprek
maintien onderhoud; verzorging behoud; conservatie; handhaving; instandhouding
préservation gesprek; onderhoud; samenspraak behoud; bergen; bewaren; bewaring; conservatie; handhaving; in bewaring geven; instandhouding; toevertrouwen; vrijwaring

Related Words for "onderhoud":


Wiktionary Translations for onderhoud:

onderhoud
Cross Translation:
FromToVia
onderhoud audience audience — formal meeting with a dignitary
onderhoud entretien; maintenance maintenance — keeping a machine in service
onderhoud remise à neuf overhaul — a major repair, remake, renovation, or revision
onderhoud entretien upkeep — maintenance; the act or effort of keeping something in good repair

onderhoud form of onderhouden:

onderhouden verbe (onderhoud, onderhoudt, onderhield, onderhielden, onderhouden)

  1. onderhouden (financieel steunen)
    entretenir; appuyer financièrement; maintenir en état; pourvoir; prendre soin de; conserver; donner des soins à; se charger de; nourrir; avoir soin de
    • entretenir verbe (entretiens, entretient, entretenons, entretenez, )
    • pourvoir verbe (pourvois, pourvoit, pourvoyons, pourvoyez, )
    • conserver verbe (conserve, conserves, conservons, conservez, )
    • nourrir verbe (nourris, nourrit, nourrissons, nourrissez, )
  2. onderhouden (in stand houden; behouden)
    entretenir; maintenir en état; conserver; veiller à quelque chose; avoir soin de; prendre soin de; se charger de
    • entretenir verbe (entretiens, entretient, entretenons, entretenez, )
    • conserver verbe (conserve, conserves, conservons, conservez, )

Conjugations for onderhouden:

o.t.t.
  1. onderhoud
  2. onderhoudt
  3. onderhoudt
  4. onderhouden
  5. onderhouden
  6. onderhouden
o.v.t.
  1. onderhield
  2. onderhield
  3. onderhield
  4. onderhielden
  5. onderhielden
  6. onderhielden
v.t.t.
  1. heb onderhouden
  2. hebt onderhouden
  3. heeft onderhouden
  4. hebben onderhouden
  5. hebben onderhouden
  6. hebben onderhouden
v.v.t.
  1. had onderhouden
  2. had onderhouden
  3. had onderhouden
  4. hadden onderhouden
  5. hadden onderhouden
  6. hadden onderhouden
o.t.t.t.
  1. zal onderhouden
  2. zult onderhouden
  3. zal onderhouden
  4. zullen onderhouden
  5. zullen onderhouden
  6. zullen onderhouden
o.v.t.t.
  1. zou onderhouden
  2. zou onderhouden
  3. zou onderhouden
  4. zouden onderhouden
  5. zouden onderhouden
  6. zouden onderhouden
en verder
  1. ben onderhouden
  2. bent omderhouden
  3. is onderhouden
  4. zijn onderhouden
  5. zijn onderhouden
  6. zijn onderhouden
diversen
  1. onderhoud!
  2. onderhoudt!
  3. onderhouden
  4. onderhoudend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

onderhouden adj

  1. onderhouden (verzorgd)

Translation Matrix for onderhouden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
appuyer financièrement financieel steunen; onderhouden
avoir soin de behouden; financieel steunen; in stand houden; onderhouden verzorgen; zorgen voor; zorgen voor iets
conserver behouden; financieel steunen; in stand houden; onderhouden balsemen; behoeden; behouden; beschermen; bewaren; bijeenzamelen; conserveren; deponeren; gevangen zetten; handhaven; in bescherming nemen; in blik conserveren; in de cel zetten; inbalsemen; inblikken; inleggen; inmaken; inpekelen; instandhouden; interneren; inzouten; isoleren; opeenhopen; oppotten; opslaan; opsluiten; opzouten; sparen; stand houden; vastzetten; verduurzamen; vergaren; verzamelen
donner des soins à financieel steunen; onderhouden bekommeren; verplegen; verzorgen; zich zorgen maken
entretenir behouden; financieel steunen; in stand houden; onderhouden doorgaan; doorzetten; knaphouden; nethouden; schoonhouden; standhouden; volharden; volhouden
maintenir en état behouden; financieel steunen; in stand houden; onderhouden
nourrir financieel steunen; onderhouden borstvoeding geven; de borst geven; eten geven; grootbrengen; koesteren; opvoeden; spijzen; spijzigen; te eten geven; voeden; voederen; voedsel geven; voeren; vormen; zogen
pourvoir financieel steunen; onderhouden
prendre soin de behouden; financieel steunen; in stand houden; onderhouden aan tafel bedienen; bedienen; bekommeren; grootbrengen; opdienen; opdissen; opvoeden; verplegen; verzorgen; voorzetten; vormen; zich zorgen maken; zorg dragen; zorgen; zorgen voor iemand
se charger de behouden; financieel steunen; in stand houden; onderhouden aan tafel bedienen; bedienen; opdienen; opdissen; verzorgen; voorzetten; zorgen voor iemand
veiller à quelque chose behouden; in stand houden; onderhouden verzorgen; zorgen voor iemand
ModifierRelated TranslationsOther Translations
soigné onderhouden; verzorgd accuraat; angstvallig; beleefd; beschaafd; chic; consciëntieus; elegant; esthetisch; geciviliseerd; gecultiveerd; gemanierd; gewetensvol; grondig; keurig; met zorg; modieuze verfijning; nauwlettend; net; netjes; ontwikkeld; precies; proper; scrupuleus; secuur; smaakvol; stijlvol; stipt; verfijnd; voorkomend; voorzichtig; wellevend; welopgevoed; zorgvuldig

Related Words for "onderhouden":


Synonyms for "onderhouden":


Antonyms for "onderhouden":


Related Definitions for "onderhouden":

  1. aangenaam bezig houden1
    • de goochelaar onderhield ons met zijn optreden1
  2. hem zoveel geven dat hij daarvan kan leven1
    • hij onderhoudt zijn gezin1
  3. het goed houden1
    • je moet die tuin wel onderhouden1


User Translations:
Word Translation Votes
onderhoud maintenance 21

External Machine Translations:

Related Translations for onderhoud