Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. verdringen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verdringen from Dutch to French

verdringen:

verdringen verbe (verdring, verdringt, verdrong, verdrongen, verdrongen)

  1. verdringen (iemand van de plaats dringen)
    cacher
    • cacher verbe (cache, caches, cachons, cachez, )
  2. verdringen (gevoelens verdringen)
    évincer; cacher; refouler
    • évincer verbe (évince, évinces, évinçons, évincez, )
    • cacher verbe (cache, caches, cachons, cachez, )
    • refouler verbe (refoule, refoules, refoulons, refoulez, )

Conjugations for verdringen:

o.t.t.
  1. verdring
  2. verdringt
  3. verdringt
  4. verdringen
  5. verdringen
  6. verdringen
o.v.t.
  1. verdrong
  2. verdrong
  3. verdrong
  4. verdrongen
  5. verdrongen
  6. verdrongen
v.t.t.
  1. heb verdrongen
  2. hebt verdrongen
  3. heeft verdrongen
  4. hebben verdrongen
  5. hebben verdrongen
  6. hebben verdrongen
v.v.t.
  1. had verdrongen
  2. had verdrongen
  3. had verdrongen
  4. hadden verdrongen
  5. hadden verdrongen
  6. hadden verdrongen
o.t.t.t.
  1. zal verdringen
  2. zult verdringen
  3. zal verdringen
  4. zullen verdringen
  5. zullen verdringen
  6. zullen verdringen
o.v.t.t.
  1. zou verdringen
  2. zou verdringen
  3. zou verdringen
  4. zouden verdringen
  5. zouden verdringen
  6. zouden verdringen
diversen
  1. verdring!
  2. verdringt!
  3. verdrongen
  4. verdringend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verdringen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
cacher gevoelens verdringen; iemand van de plaats dringen; verdringen achterhouden; bedekken; bemantelen; beschermen; bescherming bieden; beschutten; beveiligen; camoufleren; hullen; in omgeving op laten gaan; inhullen; maskeren; omhullen; van alarm voorzien; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhelen; verhullen; versluieren; verstoppen; verzwijgen; wegsteken; wegstoppen
refouler gevoelens verdringen; verdringen bedaren; bedwingen; beheersen; beteugelen; in bedwang houden; inmaken; inpekelen; intomen; inzouten; matigen; onderdrukken; ophopen; opkroppen; opstapelen; opzouten; terugdrijven; terugdringen; terughouden; wegdringen; wegdrukken; wegduwen; wegebben; wegschuiven; wegsteken; wegstoppen
évincer gevoelens verdringen; verdringen
OtherRelated TranslationsOther Translations
cacher bedekken; met iets bestrijken


Related Translations for verdringen