Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. achterlaten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for achterlaten from Dutch to French

achterlaten:

achterlaten verbe (laat achter, liet achter, lieten achter, achtergelaten)

  1. achterlaten (nalaten)
    laisser; léguer
    • laisser verbe (laisse, laisses, laissons, laissez, )
    • léguer verbe (lègue, lègues, léguons, léguez, )

Conjugations for achterlaten:

o.t.t.
  1. laat achter
  2. laat achter
  3. laat achter
  4. laten achter
  5. laten achter
  6. laten achter
o.v.t.
  1. liet achter
  2. liet achter
  3. liet achter
  4. lieten achter
  5. lieten achter
  6. lieten achter
v.t.t.
  1. heb achtergelaten
  2. hebt achtergelaten
  3. heeft achtergelaten
  4. hebben achtergelaten
  5. hebben achtergelaten
  6. hebben achtergelaten
v.v.t.
  1. had achtergelaten
  2. had achtergelaten
  3. had achtergelaten
  4. hadden achtergelaten
  5. hadden achtergelaten
  6. hadden achtergelaten
o.t.t.t.
  1. zal achterlaten
  2. zult achterlaten
  3. zal achterlaten
  4. zullen achterlaten
  5. zullen achterlaten
  6. zullen achterlaten
o.v.t.t.
  1. zou achterlaten
  2. zou achterlaten
  3. zou achterlaten
  4. zouden achterlaten
  5. zouden achterlaten
  6. zouden achterlaten
diversen
  1. laat achter!
  2. laat achter!
  3. achtergelaten
  4. achterlatende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for achterlaten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
laisser achterlaten; nalaten afstaan; bevrijden; dulden; duren; ermee uitscheiden; goedkeuren; goedvinden; gunnen; iemand iets nalaten; in vrijheid stellen; inwilligen; laten; laten staan; legateren; loslaten; losmaken; nalaten; opgeven; ophouden; overgeven; permitteren; staken; stoppen; teruglaten; toelaten; toestaan; toestemmen; uitscheiden; van de boeien ontdoen; vererven; vergunnen; vermaken; veronachtzamen; vrijlaten
léguer achterlaten; nalaten iemand iets nalaten; legateren; nalaten; vererven; vermaken; veronachtzamen

Wiktionary Translations for achterlaten:

achterlaten
verb
  1. dumpen, weggaan van, verlaten
achterlaten
Cross Translation:
FromToVia
achterlaten abandonner abandon — to leave behind or desert
achterlaten déserter desert — to abandon
achterlaten balancer; abandonner; se débarrasser jettison — to let go or get rid of
achterlaten abandonner; quitter; plaquer jilt — to jilt
achterlaten oublier; laisser leave — To cause to remain as available, not take away, refrain from depleting
achterlaten → [[partir de]]; quitter leave — To depart from, end one's connection or affiliation with

Related Translations for achterlaten