Dutch

Detailed Translations for bewijzen from Dutch to French

bewijzen:

bewijzen verbe (bewijs, bewijst, bewees, bewezen, bewezen)

  1. bewijzen (aantonen; staven)
    prouver; démontrer; montrer; mettre en evidence; confirmer; faire ses preuves; justifier; vérifier; attester; manifester; faire voir; établir l'existence de
    • prouver verbe (prouve, prouves, prouvons, prouvez, )
    • démontrer verbe (démontre, démontres, démontrons, démontrez, )
    • montrer verbe (montre, montres, montrons, montrez, )
    • confirmer verbe (confirme, confirmes, confirmons, confirmez, )
    • justifier verbe (justifie, justifies, justifions, justifiez, )
    • vérifier verbe (vérifie, vérifies, vérifions, vérifiez, )
    • attester verbe (atteste, attestes, attestons, attestez, )
    • manifester verbe (manifeste, manifestes, manifestons, manifestez, )
    • faire voir verbe

Conjugations for bewijzen:

o.t.t.
  1. bewijs
  2. bewijst
  3. bewijst
  4. bewijzen
  5. bewijzen
  6. bewijzen
o.v.t.
  1. bewees
  2. bewees
  3. bewees
  4. bewezen
  5. bewezen
  6. bewezen
v.t.t.
  1. heb bewezen
  2. hebt bewezen
  3. heeft bewezen
  4. hebben bewezen
  5. hebben bewezen
  6. hebben bewezen
v.v.t.
  1. had bewezen
  2. had bewezen
  3. had bewezen
  4. hadden bewezen
  5. hadden bewezen
  6. hadden bewezen
o.t.t.t.
  1. zal bewijzen
  2. zult bewijzen
  3. zal bewijzen
  4. zullen bewijzen
  5. zullen bewijzen
  6. zullen bewijzen
o.v.t.t.
  1. zou bewijzen
  2. zou bewijzen
  3. zou bewijzen
  4. zouden bewijzen
  5. zouden bewijzen
  6. zouden bewijzen
diversen
  1. bewijs!
  2. bewijst!
  3. bewezen
  4. bewijzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bewijzen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
attester aantonen; bewijzen; staven betonen; betuigen; beweren; getuigen; pretenderen; stellen; verklaren; voorgeven
confirmer aantonen; bewijzen; staven als gangbaar erkennen; beamen; bekrachtigen; bestempelen; bevestigen; bezegelen; certificeren; goedkeuren; homologeren; merken; onderschrijven; staven; waarmerken
démontrer aantonen; bewijzen; staven aanschouwelijk maken; betogen; demonstreren; getuigen van; laten blijken; laten zien; veraanschouwelijken
faire ses preuves aantonen; bewijzen; staven
faire voir aantonen; bewijzen; staven aanbieden; exposeren; laten zien; offreren; presenteren; tentoonstellen; tonen; vertonen; voorleggen
justifier aantonen; bewijzen; staven goedpraten; rechtpraten; rechtvaardigen; uitvullen; verantwoorden; wettigen
manifester aantonen; bewijzen; staven exposeren; getuigen van; laten blijken; laten zien; manifesteren; spuien; tentoonstellen; tonen; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiten; uiting geven aan; vertolken; vertonen; verwoorden; voor ogen brengen
mettre en evidence aantonen; bewijzen; staven
montrer aantonen; bewijzen; staven aan het licht komen; aanbieden; aanduiden; aangeven; aanschouwelijk maken; attenderen; demonstreren; exposeren; getuigen van; iets aanwijzen; indiceren; laten blijken; laten zien; offreren; openbaren; ophoesten; presenteren; publiceren; tentoonstellen; tevoorschijn brengen; tevoorschijnhalen; tevoorschijntoveren; tonen; uitbrengen; veraanschouwelijken; verschijnen; vertonen; voor de dag komen; voor de dag komen met; voor ogen brengen; voordedaghalen; voordoen; voorleggen; wijzen; wijzen naar
prouver aantonen; bewijzen; staven waarmaken
vérifier aantonen; bewijzen; staven bepalen; beproeven; checken; controleren; determineren; iets opzoeken; keuren; nagaan; nakijken; naspeuren; nasporen; natrekken; navragen; nazoeken; onderzoeken; testen; vaststellen; verifieren; verifiëren; zekerstellen
établir l'existence de aantonen; bewijzen; staven
- aantonen
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
confirmer bevestigen

Synonyms for "bewijzen":


Related Definitions for "bewijzen":

  1. laten zien dat het zo is1
    • de politie kan niet bewijzen dat hij het gedaan heeft1

Wiktionary Translations for bewijzen:

bewijzen
verb
  1. aantonen; staven
  2. betuigen; een dienst bewijzen
bewijzen
Cross Translation:
FromToVia
bewijzen prouver; montrer evince — show or demonstrate clearly
bewijzen démontrer show — indicate (a fact) to be true

Related Translations for bewijzen