Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. erbij:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for erbij from Dutch to French

erbij:

erbij adv

  1. erbij (erop; bij)
    à; sur; au-dessus; à côté de; dans; dessus; en; de; y;

Translation Matrix for erbij:

PrepositionRelated TranslationsOther Translations
à te
OtherRelated TranslationsOther Translations
de van
en van
sur bij; te; ter; via
à bij; te; ter; van; via
ModifierRelated TranslationsOther Translations
au-dessus bij; erbij; erop boven; bovenop; bovenuit; daarboven; dichtbij; erboven; erbovenuit; in de buurt; nabij; nabijgelegen; over; overheen; vlakbij
dans bij; erbij; erop binnen; binnen een tijdsspanne; in; te
de bij; erbij; erop aan; in; per; te; uit; van de zijde van; vanaf; vanaf deze plaats; weg
dessus bij; erbij; erop boven; bovenop; erboven; over
en bij; erbij; erop aan; daarvan; ergens naartoe; ernaar; ertoe; ervan; hiervan; in; naar; te
bij; erbij; erop aldaar; daar; daarginds; daarheen; die kant uit; ginder; ginds
sur bij; erbij; erop aan; rins; wrang; zurig; zuur; zuur smakend
y bij; erbij; erop aldaar; daar; daaraan; daarbinnen; daarin; daarnaar; erin; ernaar; ernaartoe; ertoe
à bij; erbij; erop aan; daaraan; ergens naartoe; in; naar; naar toe; te; toe; à
à côté de bij; erbij; erop daarnaast; daarnevens; ernaast; langs; langszij; naast; opzij; opzij van

Wiktionary Translations for erbij:


Cross Translation:
FromToVia
erbij inclure; comprendre; englober einbeziehentrennbar, transitiv: jemanden oder etwas zu einer Gruppe rechnen, in eine Gruppe hineinnehmen

Related Translations for erbij