Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. erin passen:


Dutch

Detailed Translations for erin passen from Dutch to French

erin passen:

erin passen verbe (pas erin, past erin, paste erin, pasten erin, erin gepast)

  1. erin passen (inpassen)
    ajuster; adapter; s'ajuster
    • ajuster verbe (ajuste, ajustes, ajustons, ajustez, )
    • adapter verbe (adapte, adaptes, adaptons, adaptez, )
    • s'ajuster verbe

Conjugations for erin passen:

o.t.t.
  1. pas erin
  2. past erin
  3. past erin
  4. passen erin
  5. passen erin
  6. passen erin
o.v.t.
  1. paste erin
  2. paste erin
  3. paste erin
  4. pasten erin
  5. pasten erin
  6. pasten erin
v.t.t.
  1. heb erin gepast
  2. hebt erin gepast
  3. heeft erin gepast
  4. hebben erin gepast
  5. hebben erin gepast
  6. hebben erin gepast
v.v.t.
  1. had erin gepast
  2. had erin gepast
  3. had erin gepast
  4. hadden erin gepast
  5. hadden erin gepast
  6. hadden erin gepast
o.t.t.t.
  1. zal erin passen
  2. zult erin passen
  3. zal erin passen
  4. zullen erin passen
  5. zullen erin passen
  6. zullen erin passen
o.v.t.t.
  1. zou erin passen
  2. zou erin passen
  3. zou erin passen
  4. zouden erin passen
  5. zouden erin passen
  6. zouden erin passen
diversen
  1. pas erin!
  2. past erin!
  3. erin gepast
  4. erin passend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for erin passen:

NounRelated TranslationsOther Translations
ajuster bevestiging; vastmaken
VerbRelated TranslationsOther Translations
adapter erin passen; inpassen aanpassen; afstellen; afstemmen; bewerken; bijstellen; fiksen; goedmaken; herschrijven; herstellen; maken; rechtzetten; regelen; repareren; verstellen
ajuster erin passen; inpassen aanpassen; afstellen; afstemmen; bijstellen; fijn bewerken; fiksen; gelijkschakelen; goedmaken; herstellen; in orde brengen; in orde maken; maken; op maat snijden; rechtzetten; regelen; repareren; toesnijden; verstellen
s'ajuster erin passen; inpassen

Related Translations for erin passen