Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. klokluiden:


Dutch

Detailed Translations for klokluiden from Dutch to French

klokluiden:

klokluiden verbe

  1. klokluiden (luiden)
    tinter; sonner; carillonner
    • tinter verbe (tinte, tintes, tintons, tintez, )
    • sonner verbe (sonne, sonnes, sonnons, sonnez, )
    • carillonner verbe (carillonne, carillonnes, carillonnons, carillonnez, )

Translation Matrix for klokluiden:

NounRelated TranslationsOther Translations
sonner aanbellen; bellen
VerbRelated TranslationsOther Translations
carillonner klokluiden; luiden beieren; bonzen; kletteren; klingelen; luiden; rammelen; rinkelen; tingelen; tinkelen
sonner klokluiden; luiden aanbellen; beieren; bellen; bonzen; kletteren; klingelen; luiden; rammelen; rinkelen; schellen; tingelen; tinkelen
tinter klokluiden; luiden klakken; kleppen; kletteren; klingelen; rammelen; rinkelen; tingelen; tinkelen