Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. mokken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for mokte from Dutch to French

mokken:

mokken verbe (mok, mokt, mokte, mokten, gemokt)

  1. mokken (kniezen)
    bouder; faire la moue; faire la tête; faire la mine
    • bouder verbe (boude, boudes, boudons, boudez, )

Conjugations for mokken:

o.t.t.
  1. mok
  2. mokt
  3. mokt
  4. mokken
  5. mokken
  6. mokken
o.v.t.
  1. mokte
  2. mokte
  3. mokte
  4. mokten
  5. mokten
  6. mokten
v.t.t.
  1. heb gemokt
  2. hebt gemokt
  3. heeft gemokt
  4. hebben gemokt
  5. hebben gemokt
  6. hebben gemokt
v.v.t.
  1. had gemokt
  2. had gemokt
  3. had gemokt
  4. hadden gemokt
  5. hadden gemokt
  6. hadden gemokt
o.t.t.t.
  1. zal mokken
  2. zult mokken
  3. zal mokken
  4. zullen mokken
  5. zullen mokken
  6. zullen mokken
o.v.t.t.
  1. zou mokken
  2. zou mokken
  3. zou mokken
  4. zouden mokken
  5. zouden mokken
  6. zouden mokken
diversen
  1. mok!
  2. mokt!
  3. gemokt
  4. mokkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for mokken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
bouder kniezen; mokken bokken; bokkig zijn; bouderen; een pruillip trekken; kwaad zijn; pruilen; schuimbekken; steigeren; woedend zijn
faire la mine kniezen; mokken bouderen; een pruillip trekken; pruilen
faire la moue kniezen; mokken bouderen; een pruillip trekken; pruilen
faire la tête kniezen; mokken bokken; bokkig zijn; bouderen; een pruillip trekken; pruilen; steigeren

Related Words for "mokken":


Wiktionary Translations for mokken: