Dutch

Detailed Translations for run from Dutch to French

run:

run [de ~ (m)] nom

  1. de run (bestorming; aanval; attaque; )
    l'attaque; l'invasion; la charge; l'attaque à main armée; l'assaut; la ruée; le rafle; le rush; la razzia; l'hold-up; le rushes

Translation Matrix for run:

NounRelated TranslationsOther Translations
assaut aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop aanvallen; attaqueren
attaque aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop aanvallen; apoplexie; attaque; attaqueren; beroerte; hersenbloeding
attaque à main armée aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop bankoverval
charge aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop belasting; belastingdienst; belastingen; bevrachting; draaglast; druk; electrische lading; financiële last; fiscus; gevoelslast; heffingen; lading; last; transport; vracht; vrachtgoed; vrachtvervoer; wegtransport; wegvervoer
hold-up aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop overval
invasion aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop inval; invasie; overweldiging; politie-inval; verovering
rafle aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop drijfjacht; klopjacht; razzia; rooftocht; strooptocht
razzia aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop drijfjacht; klopjacht; razzia; rooftocht; strooptocht
rush aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop
rushes aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop
ruée aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop klopjacht; razzia

Related Words for "run":

  • runnen, runen, runs