Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. schenden:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for schenden from Dutch to French

schenden:

schenden verbe (schend, schendt, schond, schonden, geschonden)

  1. schenden (ontheiligen; ontwijden)
    violer; profaner; calomnier; diffamer
    • violer verbe (viole, violes, violons, violez, )
    • profaner verbe (profane, profanes, profanons, profanez, )
    • calomnier verbe (calomnie, calomnies, calomnions, calomniez, )
    • diffamer verbe (diffame, diffames, diffamons, diffamez, )

Conjugations for schenden:

o.t.t.
  1. schend
  2. schendt
  3. schendt
  4. schenden
  5. schenden
  6. schenden
o.v.t.
  1. schond
  2. schond
  3. schond
  4. schonden
  5. schonden
  6. schonden
v.t.t.
  1. heb geschonden
  2. hebt geschonden
  3. heeft geschonden
  4. hebben geschonden
  5. hebben geschonden
  6. hebben geschonden
v.v.t.
  1. had geschonden
  2. had geschonden
  3. had geschonden
  4. hadden geschonden
  5. hadden geschonden
  6. hadden geschonden
o.t.t.t.
  1. zal schenden
  2. zult schenden
  3. zal schenden
  4. zullen schenden
  5. zullen schenden
  6. zullen schenden
o.v.t.t.
  1. zou schenden
  2. zou schenden
  3. zou schenden
  4. zouden schenden
  5. zouden schenden
  6. zouden schenden
en verder
  1. ben geschonden
  2. bent geschonden
  3. is geschonden
  4. zijn geschonden
  5. zijn geschonden
  6. zijn geschonden
diversen
  1. schend!
  2. schendt!
  3. geschonden
  4. schendend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for schenden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
calomnier ontheiligen; ontwijden; schenden belasteren; beschimpen; honen; kwaadspreken; lasteren; roddelen; smaden; verguizen; zwart kleuren; zwartmaken
diffamer ontheiligen; ontwijden; schenden belasteren; beschimpen; honen; kwaadspreken; lasteren; onteren; ontwijden; smaden; verguizen; zwart kleuren; zwartmaken
profaner ontheiligen; ontwijden; schenden
violer ontheiligen; ontwijden; schenden aanranden; handelen in strijd met; onteren; ontwijden; verkrachten

Wiktionary Translations for schenden:

schenden
Cross Translation:
FromToVia
schenden traiter sans respect; profaner entweihen — geweihte oder geheiligte Dinge schänden, entehren
schenden violer; transgresser violate — to break or fail to act by rules

Related Translations for schenden