Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. verkroppen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verkroppen from Dutch to French

verkroppen:

verkroppen verbe (verkrop, verkropt, verkropte, verkropten, verkropt)

  1. verkroppen (verbijten)
    avaler; digérer
    • avaler verbe (avale, avales, avalons, avalez, )
    • digérer verbe (digère, digères, digérons, digérez, )

Conjugations for verkroppen:

o.t.t.
  1. verkrop
  2. verkropt
  3. verkropt
  4. verkroppen
  5. verkroppen
  6. verkroppen
o.v.t.
  1. verkropte
  2. verkropte
  3. verkropte
  4. verkropten
  5. verkropten
  6. verkropten
v.t.t.
  1. heb verkropt
  2. hebt verkropt
  3. heeft verkropt
  4. hebben verkropt
  5. hebben verkropt
  6. hebben verkropt
v.v.t.
  1. had verkropt
  2. had verkropt
  3. had verkropt
  4. hadden verkropt
  5. hadden verkropt
  6. hadden verkropt
o.t.t.t.
  1. zal verkroppen
  2. zult verkroppen
  3. zal verkroppen
  4. zullen verkroppen
  5. zullen verkroppen
  6. zullen verkroppen
o.v.t.t.
  1. zou verkroppen
  2. zou verkroppen
  3. zou verkroppen
  4. zouden verkroppen
  5. zouden verkroppen
  6. zouden verkroppen
diversen
  1. verkrop!
  2. verkropt!
  3. verkropt
  4. verkroppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verkroppen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
avaler verbijten; verkroppen absorberen; borrelen; doorslikken; drinken; inmaken; inpekelen; inslikken; inzouten; nuttigen; ophebben; opnemen; oppeuzelen; opvreten; opzouten; slikken; verschalken; verslinden; verzwelgen; wegslikken; welgevallen; zuipen
digérer verbijten; verkroppen doorjagen; opmaken; opvreten; uitgeven voor een maaltijd; verbruiken; verorberen; verslinden; verteren

Related Definitions for "verkroppen":

  1. aanvaarden1
    • ik kan niet verkroppen dat ze vertrokken is1

Wiktionary Translations for verkroppen:

verkroppen
verb
  1. étouffer, faire perdre la respiration ou rendre la respiration difficile; il se dit ordinairement du manque de respiration qui arriver par quelque cause intérieure ou par l’effet de quelque vapeur nuisible.
  2. Faire mourir en arrêter la respiration.