Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. verwedden:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verwedden from Dutch to French

verwedden:

verwedden verbe (verwed, verwedt, verwedde, verwedden, verwed)

  1. verwedden (inzetten; wedden)
    parier; miser; perdre
    • parier verbe (parie, paries, parions, pariez, )
    • miser verbe (mise, mises, misons, misez, )
    • perdre verbe (perds, perd, perdons, perdez, )

Conjugations for verwedden:

o.t.t.
  1. verwed
  2. verwedt
  3. verwedt
  4. verwedden
  5. verwedden
  6. verwedden
o.v.t.
  1. verwedde
  2. verwedde
  3. verwedde
  4. verwedden
  5. verwedden
  6. verwedden
v.t.t.
  1. heb verwed
  2. hebt verwed
  3. heeft verwed
  4. hebben verwed
  5. hebben verwed
  6. hebben verwed
v.v.t.
  1. had verwed
  2. had verwed
  3. had verwed
  4. hadden verwed
  5. hadden verwed
  6. hadden verwed
o.t.t.t.
  1. zal verwedden
  2. zult verwedden
  3. zal verwedden
  4. zullen verwedden
  5. zullen verwedden
  6. zullen verwedden
o.v.t.t.
  1. zou verwedden
  2. zou verwedden
  3. zou verwedden
  4. zouden verwedden
  5. zouden verwedden
  6. zouden verwedden
diversen
  1. verwed!
  2. verwedt!
  3. verwed
  4. verweddend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verwedden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
miser inzetten; verwedden; wedden mobiliseren
parier inzetten; verwedden; wedden een gok wagen; gokken
perdre inzetten; verwedden; wedden afraken van; erbij inschieten; floepen; glippen; kwijt raken; kwijtraken; missen; onderspit delven; verbeuren; vergokken; vergooien; verliezen; verloren gaan; vermissen; verspelen; wegglippen; wegmaken; wegraken; zoek maken; zoek raken; zoekmaken; zoekraken

Wiktionary Translations for verwedden:


Cross Translation:
FromToVia
verwedden parier wager — put up as collateral