Dutch
Detailed Synonyms for acclimatiseren in Dutch
acclimatiseren:
-
acclimatiseren
acclimatiseren verbe (acclimatiseer, acclimatiseert, acclimatiseerde, acclimatiseerden, geacclimatiseerd)
-
acclimatiseren
acclimatiseren; wennen-
acclimatiseren verbe (acclimatiseer, acclimatiseert, acclimatiseerde, acclimatiseerden, geacclimatiseerd)
-
Conjugations for acclimatiseren:
o.t.t.
- acclimatiseer
- acclimatiseert
- acclimatiseert
- acclimatiseren
- acclimatiseren
- acclimatiseren
o.v.t.
- acclimatiseerde
- acclimatiseerde
- acclimatiseerde
- acclimatiseerden
- acclimatiseerden
- acclimatiseerden
v.t.t.
- ben geacclimatiseerd
- bent geacclimatiseerd
- is geacclimatiseerd
- zijn geacclimatiseerd
- zijn geacclimatiseerd
- zijn geacclimatiseerd
v.v.t.
- was geacclimatiseerd
- was geacclimatiseerd
- was geacclimatiseerd
- waren geacclimatiseerd
- waren geacclimatiseerd
- waren geacclimatiseerd
o.t.t.t.
- zal acclimatiseren
- zult acclimatiseren
- zal acclimatiseren
- zullen acclimatiseren
- zullen acclimatiseren
- zullen acclimatiseren
o.v.t.t.
- zou acclimatiseren
- zou acclimatiseren
- zou acclimatiseren
- zouden acclimatiseren
- zouden acclimatiseren
- zouden acclimatiseren
diversen
- acclimatiseer!
- acclimatiseert!
- geacclimatiseerd
- acclimatiserende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze