Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. betreffen:


Dutch

Detailed Synonyms for betreffen in Dutch

betreffen:

betreffen verbe (betref, betreft, betrof, betroffen, betroffen)

  1. betreffen
    betreffen; aangaan; raken
    • betreffen verbe (betref, betreft, betrof, betroffen, betroffen)
    • aangaan verbe (ga aan, gaat aan, ging aan, gingen aan, aangegaan)
    • raken verbe (raak, raakt, raakte, raakten, geraakt)
  2. betreffen
    betreffen; aangaan; slaan op
    • betreffen verbe (betref, betreft, betrof, betroffen, betroffen)
    • aangaan verbe (ga aan, gaat aan, ging aan, gingen aan, aangegaan)
    • slaan op verbe (sla op, slaat op, sloeg op, sloegen op, geslagen op)
  3. betreffen
    – waar het over gaat 1
    betreffen
    – waar het over gaat 1
    • betreffen verbe (betref, betreft, betrof, betroffen, betroffen)
      • wat het eten betreft, moet je zelf maar iets verzinnen1

Conjugations for betreffen:

o.t.t.
  1. betref
  2. betreft
  3. betreft
  4. betreffen
  5. betreffen
  6. betreffen
o.v.t.
  1. betrof
  2. betrof
  3. betrof
  4. betroffen
  5. betroffen
  6. betroffen
v.t.t.
  1. heb betroffen
  2. hebt betroffen
  3. heeft betroffen
  4. hebben betroffen
  5. hebben betroffen
  6. hebben betroffen
v.v.t.
  1. had betroffen
  2. had betroffen
  3. had betroffen
  4. hadden betroffen
  5. hadden betroffen
  6. hadden betroffen
o.t.t.t.
  1. zal betreffen
  2. zult betreffen
  3. zal betreffen
  4. zullen betreffen
  5. zullen betreffen
  6. zullen betreffen
o.v.t.t.
  1. zou betreffen
  2. zou betreffen
  3. zou betreffen
  4. zouden betreffen
  5. zouden betreffen
  6. zouden betreffen
diversen
  1. betref!
  2. betreft!
  3. betroffen
  4. betreffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

betreffen [znw.] nom

  1. betreffen
    betreffen; aangaan

Related Definitions for "betreffen":

  1. waar het over gaat1
    • wat het eten betreft, moet je zelf maar iets verzinnen1