Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. bevatten:


Dutch

Detailed Synonyms for bevatten in Dutch

bevatten:

bevatten verbe (bevat, bevatte, bevatten, bevat)

  1. bevatten
    inhouden; bevatten
    • inhouden verbe (houd in, houdt in, hield in, hielden in, ingehouden)
    • bevatten verbe (bevat, bevatte, bevatten, bevat)
  2. bevatten
    – het helemaal begrijpen 1
    bevatten
    – het helemaal begrijpen 1
    • bevatten verbe (bevat, bevatte, bevatten, bevat)
      • ik kan het maar niet bevatten1
  3. bevatten
    – het in zich hebben 1
    bevatten
    – het in zich hebben 1
    • bevatten verbe (bevat, bevatte, bevatten, bevat)
      • deze trommel bevat de lekkerste koekjes1

Conjugations for bevatten:

o.t.t.
  1. bevat
  2. bevat
  3. bevat
  4. bevatten
  5. bevatten
  6. bevatten
o.v.t.
  1. bevatte
  2. bevatte
  3. bevatte
  4. bevatten
  5. bevatten
  6. bevatten
v.t.t.
  1. heb bevat
  2. hebt bevat
  3. heeft bevat
  4. hebben bevat
  5. hebben bevat
  6. hebben bevat
v.v.t.
  1. had bevat
  2. had bevat
  3. had bevat
  4. hadden bevat
  5. hadden bevat
  6. hadden bevat
o.t.t.t.
  1. zal bevatten
  2. zult bevatten
  3. zal bevatten
  4. zullen bevatten
  5. zullen bevatten
  6. zullen bevatten
o.v.t.t.
  1. zou bevatten
  2. zou bevatten
  3. zou bevatten
  4. zouden bevatten
  5. zouden bevatten
  6. zouden bevatten
diversen
  1. bevat!
  2. bevat!
  3. bevat
  4. bevattend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Definitions for "bevatten":

  1. het helemaal begrijpen1
    • ik kan het maar niet bevatten1
  2. het in zich hebben1
    • deze trommel bevat de lekkerste koekjes1

Related Synonyms for bevatten