Summary


Dutch

Detailed Synonyms for beweren in Dutch

beweren:

beweren [znw.] nom

  1. beweren
    beweren

beweren verbe (beweer, beweert, beweerde, beweerden, beweerd)

  1. beweren
    beweren; verklaren; pretenderen; stellen; voorgeven
    • beweren verbe (beweer, beweert, beweerde, beweerden, beweerd)
    • verklaren verbe (verklaar, verklaart, verklaarde, verklaarden, verklaard)
    • pretenderen verbe (pretendeer, pretendeert, pretendeerde, pretendeerden, gepretendeerd)
    • stellen verbe (stel, stelt, stelde, stelden, gesteld)
    • voorgeven verbe (geef voor, geeft voor, gaf voor, gaven voor, voorgegeven)
  2. beweren
    – zeggen dat het zo is 1
    stellen; beweren
    – zeggen dat het zo is 1
    • stellen verbe (stel, stelt, stelde, stelden, gesteld)
      • hij stelde dat de zon om de maan draait1
    • beweren verbe (beweer, beweert, beweerde, beweerden, beweerd)
      • hij beweert dat hij dokter is1

Conjugations for beweren:

o.t.t.
  1. beweer
  2. beweert
  3. beweert
  4. beweren
  5. beweren
  6. beweren
o.v.t.
  1. beweerde
  2. beweerde
  3. beweerde
  4. beweerden
  5. beweerden
  6. beweerden
v.t.t.
  1. heb beweerd
  2. hebt beweerd
  3. heeft beweerd
  4. hebben beweerd
  5. hebben beweerd
  6. hebben beweerd
v.v.t.
  1. had beweerd
  2. had beweerd
  3. had beweerd
  4. hadden beweerd
  5. hadden beweerd
  6. hadden beweerd
o.t.t.t.
  1. zal beweren
  2. zult beweren
  3. zal beweren
  4. zullen beweren
  5. zullen beweren
  6. zullen beweren
o.v.t.t.
  1. zou beweren
  2. zou beweren
  3. zou beweren
  4. zouden beweren
  5. zouden beweren
  6. zouden beweren
diversen
  1. beweer!
  2. beweert!
  3. beweerd
  4. bewerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Alternate Synonyms for "beweren":


Antonyms for "beweren":


Related Definitions for "beweren":

  1. zeggen dat het zo is1
    • hij beweert dat hij dokter is1