Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. gelden:
  2. geld:


Dutch

Detailed Synonyms for gelden in Dutch

gelden:

gelden verbe (geldt, gold, gegolden)

  1. gelden
    gelden; van kracht zijn
  2. gelden
    – van toepassing zijn 1
    gelden
    – van toepassing zijn 1
    • gelden verbe (geldt, gold, gegolden)
      • deze regel geldt niet meer1

Conjugations for gelden:

o.t.t.
  1. geldt
  2. gelden
o.v.t.
  1. gold
  2. golden
v.t.t.
  1. heeft gegolden
  2. hebben gegolden
v.v.t.
  1. had gegolden
  2. hadden gegolden
o.t.t.t.
  1. zal gelden
  2. zullen gelden
o.v.t.t.
  1. zou gelden
  2. zouden gelden
diversen
  1. gegolden
  2. geldend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Words for "gelden":


Related Definitions for "gelden":

  1. van toepassing zijn1
    • deze regel geldt niet meer1

geld:

geld [het ~] nom

  1. het geld
    het geld; de poen
  2. het geld
    – munten of papier om mee te betalen 1
    het geld; de poen
    – munten of papier om mee te betalen 1
    • geld [het ~] nom
      • ik heb geen geld bij me1
    • poen [de ~ (m)] nom
      • heb je genoeg poen bij je?1

Related Words for "geld":


Alternate Synonyms for "geld":


Related Definitions for "geld":

  1. munten of papier om mee te betalen1
    • ik heb geen geld bij me1

Related Synonyms for gelden