Dutch
Detailed Synonyms for goedkeuren in Dutch
goedkeuren:
-
goedkeuren
-
goedkeuren
-
goedkeuren
-
goedkeuren
-
goedkeuren
-
goedkeuren
– ermee instemmen, erin toestemmen 1
Conjugations for goedkeuren:
o.t.t.
- keur goed
- keurt goed
- keurt goed
- keuren goed
- keuren goed
- keuren goed
o.v.t.
- keurde goed
- keurde goed
- keurde goed
- keurden goed
- keurden goed
- keurden goed
v.t.t.
- heb goedgekeurd
- hebt goedgekeurd
- heeft goedgekeurd
- hebben goedgekeurd
- hebben goedgekeurd
- hebben goedgekeurd
v.v.t.
- had goedgekeurd
- had goedgekeurd
- had goedgekeurd
- hadden goedgekeurd
- hadden goedgekeurd
- hadden goedgekeurd
o.t.t.t.
- zal goedkeuren
- zult goedkeuren
- zal goedkeuren
- zullen goedkeuren
- zullen goedkeuren
- zullen goedkeuren
o.v.t.t.
- zou goedkeuren
- zou goedkeuren
- zou goedkeuren
- zouden goedkeuren
- zouden goedkeuren
- zouden goedkeuren
en verder
- ben goedgekeurd
- bent goedgekeurd
- is goedgekeurd
- zijn goedgekeurd
- zijn goedgekeurd
- zijn goedgekeurd
diversen
- keur goed!
- keurt goed!
- goedgekeurd
- goedkeurend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
goedkeuren