Home ->Dictionaries ->Dutch/Dutch ->Translate immers

Synonyms for "immers" in Dutch

Summary

Dutch Synonyms: more detail...

immers:
- immers
- immers; namelijk; want

Dutch

Detailed Synonyms for immers in Dutch

immers:

immers adj

immers
immers
- immers adj

immers

immers

– toch zeker ¹
immers
– toch zeker ¹
- immers
  - ik heb het je immers beloofd!¹
immers

– er wordt een reden of argument genoemd ¹
namelijk; de want; immers
– er wordt een reden of argument genoemd ¹
- namelijk adv
  - hij is uit zijn huis gezet, hij betaalde de huur namelijk niet¹
- want [de ~] nom
  - Piet gaat niet naar de film want hij heeft hem al gezien¹
- immers
  - zout is gezond, alle mensen hebben immers zout nodig¹

Alternate Synonyms for "immers":

namelijk; want

Related Definitions for "immers":

toch zeker¹
- ik heb het je immers beloofd!¹
er wordt een reden of argument genoemd¹
- zout is gezond, alle mensen hebben immers zout nodig¹

¹Muiswerk Woordenboek