Home ->Dictionaries ->Dutch/Dutch ->Translate kaatsen

Synonyms for "kaatsen" in Dutch

Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. kaatsen:

Dutch

Detailed Synonyms for kaatsen in Dutch

kaatsen:

kaatsen verbe (kaats, kaatst, kaatste, kaatsten, gekaatst)

  1. kaatsen
    kaatsen; butsen
    • kaatsen verbe (kaats, kaatst, kaatste, kaatsten, gekaatst)
    • butsen verbe

Conjugations for kaatsen:

o.t.t.
  1. kaats
  2. kaatst
  3. kaatst
  4. kaatsen
  5. kaatsen
  6. kaatsen
o.v.t.
  1. kaatste
  2. kaatste
  3. kaatste
  4. kaatsten
  5. kaatsten
  6. kaatsten
v.t.t.
  1. heb gekaatst
  2. hebt gekaatst
  3. heeft gekaatst
  4. hebben gekaatst
  5. hebben gekaatst
  6. hebben gekaatst
v.v.t.
  1. had gekaatst
  2. had gekaatst
  3. had gekaatst
  4. hadden gekaatst
  5. hadden gekaatst
  6. hadden gekaatst
o.t.t.t.
  1. zal kaatsen
  2. zult kaatsen
  3. zal kaatsen
  4. zullen kaatsen
  5. zullen kaatsen
  6. zullen kaatsen
o.v.t.t.
  1. zou kaatsen
  2. zou kaatsen
  3. zou kaatsen
  4. zouden kaatsen
  5. zouden kaatsen
  6. zouden kaatsen
diversen
  1. kaats!
  2. kaatst!
  5. gekaatst
  6. kaatsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0411 seconds
Page rendered in 1.0 seconds