Dutch
Detailed Synonyms for klos in Dutch
klos:
-
de klos
-
de klos
-
de klos
– blokje hout 1
Related Words for "klos":
Related Definitions for "klos":
klos form of klossen:
-
klossen
Conjugations for klossen:
o.t.t.
- klos
- klost
- klost
- klossen
- klossen
- klossen
o.v.t.
- kloste
- kloste
- kloste
- klosten
- klosten
- klosten
v.t.t.
- ben geklost
- bent geklost
- is geklost
- zijn geklost
- zijn geklost
- zijn geklost
v.v.t.
- was geklost
- was geklost
- was geklost
- waren geklost
- waren geklost
- waren geklost
o.t.t.t.
- zal klossen
- zult klossen
- zal klossen
- zullen klossen
- zullen klossen
- zullen klossen
o.v.t.t.
- zou klossen
- zou klossen
- zou klossen
- zouden klossen
- zouden klossen
- zouden klossen
en verder
- heb geklost
- hebt geklost
- heeft geklost
- hebben geklost
- hebben geklost
- hebben geklost
diversen
- klos!
- klost!
- geklost
- klossend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze