Summary


Dutch

Detailed Synonyms for moeten in Dutch

moeten:

moeten verbe (moet, moest, moesten, gemoeten)

  1. moeten
    willen; moeten; believen
    • willen verbe (wil, wilt, wil/wilt, wilde, wilden, gewild)
    • moeten verbe (moet, moest, moesten, gemoeten)
    • believen verbe (belief, belieft, beliefde, beliefden, beliefd)
  2. moeten
    moeten; dienen; verplicht zijn
  3. moeten
    – verplicht zijn 1
    moeten; zullen; dienen
    – verplicht zijn 1
    • moeten verbe (moet, moest, moesten, gemoeten)
      • ik moet naar school1
    • zullen verbe (zal, zult, zou, zouden)
      • je zult je bord leegeten!1
    • dienen verbe (dien, dient, diende, dienden, gediend)
      • je dient dat netjes te doen1
  4. moeten
    – willen of wensen 1
    moeten
    – willen of wensen 1
    • moeten verbe (moet, moest, moesten, gemoeten)
      • moet je nog koffie?1

Conjugations for moeten:

o.t.t.
  1. moet
  2. moet
  3. moet
  4. moeten
  5. moeten
  6. moeten
o.v.t.
  1. moest
  2. moest
  3. moest
  4. moesten
  5. moesten
  6. moesten
v.t.t.
  1. heb gemoeten
  2. hebt gemoeten
  3. heeft gemoeten
  4. hebben gemoeten
  5. hebben gemoeten
  6. hebben gemoeten
v.v.t.
  1. had gemoeten
  2. had gemoeten
  3. had gemoeten
  4. hadden gemoeten
  5. hadden gemoeten
  6. hadden gemoeten
o.t.t.t.
  1. zal moeten
  2. zult moeten
  3. zal moeten
  4. zullen moeten
  5. zullen moeten
  6. zullen moeten
o.v.t.t.
  1. zou moeten
  2. zou moeten
  3. zou moeten
  4. zouden moeten
  5. zouden moeten
  6. zouden moeten
diversen
  1. moet!
  2. moet!
  3. gemoeten
  4. moetend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

moeten [het ~] nom

  1. het moeten
    het moeten

Alternate Synonyms for "moeten":


Antonyms for "moeten":


Related Definitions for "moeten":

  1. verplicht zijn1
    • ik moet naar school1
  2. willen of wensen1
    • moet je nog koffie?1

Related Synonyms for moeten