Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. nakijken:


Dutch

Detailed Synonyms for nakijken in Dutch

nakijken:

nakijken verbe (kijk na, kijkt na, keek na, keken na, nagekeken)

  1. nakijken
    controleren; nakijken; nagaan
    • controleren verbe (controleer, controleert, controleerde, controleerden, gecontroleerd)
    • nakijken verbe (kijk na, kijkt na, keek na, keken na, nagekeken)
    • nagaan verbe (ga na, gaat na, ging na, gingen na, nagegaan)
  2. nakijken
    nazien; nakijken
    • nazien verbe (zie na, ziet na, zag na, zagen na, nagezien)
    • nakijken verbe (kijk na, kijkt na, keek na, keken na, nagekeken)
  3. nakijken
    – kijken of het klopt 1
    controleren; nakijken; checken
    – kijken of het klopt 1
    • controleren verbe (controleer, controleert, controleerde, controleerden, gecontroleerd)
      • heb je gecontroleerd of het licht uit is?1
    • nakijken verbe (kijk na, kijkt na, keek na, keken na, nagekeken)
      • de leraar heeft de proefwerken nagekeken1
    • checken verbe (check, checkt, checkte, checkten, gecheckt)
      • hij checkte de rekening voor hij betaalde1

Conjugations for nakijken:

o.t.t.
  1. kijk na
  2. kijkt na
  3. kijkt na
  4. kijken na
  5. kijken na
  6. kijken na
o.v.t.
  1. keek na
  2. keek na
  3. keek na
  4. keken na
  5. keken na
  6. keken na
v.t.t.
  1. heb nagekeken
  2. hebt nagekeken
  3. heeft nagekeken
  4. hebben nagekeken
  5. hebben nagekeken
  6. hebben nagekeken
v.v.t.
  1. had nagekeken
  2. had nagekeken
  3. had nagekeken
  4. hadden nagekeken
  5. hadden nagekeken
  6. hadden nagekeken
o.t.t.t.
  1. zal nakijken
  2. zult nakijken
  3. zal nakijken
  4. zullen nakijken
  5. zullen nakijken
  6. zullen nakijken
o.v.t.t.
  1. zou nakijken
  2. zou nakijken
  3. zou nakijken
  4. zouden nakijken
  5. zouden nakijken
  6. zouden nakijken
diversen
  1. kijk na!
  2. kijkt na!
  3. nagekeken
  4. nakijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Alternate Synonyms for "nakijken":


Related Definitions for "nakijken":

  1. kijken of het klopt1
    • de leraar heeft de proefwerken nagekeken1