Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. ontmoeten:


Dutch

Detailed Synonyms for ontmoeten in Dutch

ontmoeten:

ontmoeten verbe (ontmoet, ontmoette, ontmoetten, ontmoet)

  1. ontmoeten
    ontmoeten; treffen; tegenkomen
    • ontmoeten verbe (ontmoet, ontmoette, ontmoetten, ontmoet)
    • treffen verbe (tref, treft, trof, troffen, getroffen)
    • tegenkomen verbe (kom tegen, komt tegen, kwam tegen, kwamen tegen, tegengekomen)
  2. ontmoeten
    ontmoeten; kennis maken met
    • ontmoeten verbe (ontmoet, ontmoette, ontmoetten, ontmoet)
    • kennis maken met verbe (maak kennis met, maakt kennis met, maakte kennis met, maakten kennis met, kennis gemaakt met)
  3. ontmoeten
    – iemand op de afgesproken plaats treffen 1
    ontmoeten
    – iemand op de afgesproken plaats treffen 1
    • ontmoeten verbe (ontmoet, ontmoette, ontmoetten, ontmoet)
      • wij ontmoeten elkaar elke week bij het tennissen1
  4. ontmoeten
    – iemand toevallig tegenkomen 1
    ontmoeten; treffen
    – iemand toevallig tegenkomen 1
    • ontmoeten verbe (ontmoet, ontmoette, ontmoetten, ontmoet)
      • Thea ontmoette Theo op het station1
    • treffen verbe (tref, treft, trof, troffen, getroffen)
      • jammer dat ik je niet op dat feest getroffen heb1

Conjugations for ontmoeten:

o.t.t.
  1. ontmoet
  2. ontmoet
  3. ontmoet
  4. ontmoeten
  5. ontmoeten
  6. ontmoeten
o.v.t.
  1. ontmoette
  2. ontmoette
  3. ontmoette
  4. ontmoetten
  5. ontmoetten
  6. ontmoetten
v.t.t.
  1. heb ontmoet
  2. hebt ontmoet
  3. heeft ontmoet
  4. hebben ontmoet
  5. hebben ontmoet
  6. hebben ontmoet
v.v.t.
  1. had ontmoet
  2. had ontmoet
  3. had ontmoet
  4. hadden ontmoet
  5. hadden ontmoet
  6. hadden ontmoet
o.t.t.t.
  1. zal ontmoeten
  2. zult ontmoeten
  3. zal ontmoeten
  4. zullen ontmoeten
  5. zullen ontmoeten
  6. zullen ontmoeten
o.v.t.t.
  1. zou ontmoeten
  2. zou ontmoeten
  3. zou ontmoeten
  4. zouden ontmoeten
  5. zouden ontmoeten
  6. zouden ontmoeten
diversen
  1. ontmoet!
  2. ontmoett!
  3. ontmoet
  4. ontmoetend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Alternate Synonyms for "ontmoeten":


Antonyms for "ontmoeten":


Related Definitions for "ontmoeten":

  1. iemand op de afgesproken plaats treffen1
    • wij ontmoeten elkaar elke week bij het tennissen1
  2. iemand toevallig tegenkomen1
    • Thea ontmoette Theo op het station1

Related Synonyms for ontmoeten