Dutch

Detailed Synonyms for overdrijven in Dutch

overdrijven:

overdrijven verbe (overdrijf, overdrijft, overdreef, overdreven, overdreven)

  1. overdrijven
    overdrijven; opkloppen; opblazen; aandikken; iets overdreven voorstellen
    • overdrijven verbe (overdrijf, overdrijft, overdreef, overdreven, overdreven)
    • opkloppen verbe (klop op, klopt op, klopte op, klopten op, opgeklopt)
    • opblazen verbe (blaas op, blaast op, blies op, bliezen op, opgeblazen)
    • aandikken verbe (dik aan, dikt aan, dikte aan, dikten aan, aangedikt)
  2. overdrijven
    overdrijven; opkloppen; opblazen; aandikken; opschroeven; overdreven voorstellen
    • overdrijven verbe (overdrijf, overdrijft, overdreef, overdreven, overdreven)
    • opkloppen verbe (klop op, klopt op, klopte op, klopten op, opgeklopt)
    • opblazen verbe (blaas op, blaast op, blies op, bliezen op, opgeblazen)
    • aandikken verbe (dik aan, dikt aan, dikte aan, dikten aan, aangedikt)
    • opschroeven verbe (schroef op, schroeft op, schroefde op, schroefden op, opgeschroefd)
  3. overdrijven
    overdrijven; chargeren
    • overdrijven verbe (overdrijf, overdrijft, overdreef, overdreven, overdreven)
    • chargeren verbe (chargeer, chargeert, chargeerde, chargeerden, gechargeerd)
  4. overdrijven
    – het groter, mooier of erger voorstellen dan het is 1
    overdrijven
    – het groter, mooier of erger voorstellen dan het is 1
    • overdrijven verbe (overdrijf, overdrijft, overdreef, overdreven, overdreven)
      • je moet niet zo overdrijven1

Conjugations for overdrijven:

o.t.t.
  1. overdrijf
  2. overdrijft
  3. overdrijft
  4. overdrijven
  5. overdrijven
  6. overdrijven
o.v.t.
  1. overdreef
  2. overdreef
  3. overdreef
  4. overdreven
  5. overdreven
  6. overdreven
v.t.t.
  1. heb overdreven
  2. hebt overdreven
  3. heeft overdreven
  4. hebben overdreven
  5. hebben overdreven
  6. hebben overdreven
v.v.t.
  1. had overdreven
  2. had overdreven
  3. had overdreven
  4. hadden overdreven
  5. hadden overdreven
  6. hadden overdreven
o.t.t.t.
  1. zal overdrijven
  2. zult overdrijven
  3. zal overdrijven
  4. zullen overdrijven
  5. zullen overdrijven
  6. zullen overdrijven
o.v.t.t.
  1. zou overdrijven
  2. zou overdrijven
  3. zou overdrijven
  4. zouden overdrijven
  5. zouden overdrijven
  6. zouden overdrijven
diversen
  1. overdrijf!
  2. overdrijft!
  3. overdreven
  4. overdrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Definitions for "overdrijven":

  1. het groter, mooier of erger voorstellen dan het is1
    • je moet niet zo overdrijven1