Dutch

Detailed Synonyms for show in Dutch

show:

show [de ~ (m)] nom

  1. de show
    de voorstelling; de happening; de show; de performance
  2. de show
    de opvoering; de voorstelling; de vertoning; de staatsie; de show; de parade
  3. de show
    – presentatie of tentoonstelling 1
    de show
    – presentatie of tentoonstelling 1
    • show [de ~ (m)] nom
      • er werd een modeshow gehouden1
  4. de show
    – voorstelling met muziek, dans etc. 1
    de show
    – voorstelling met muziek, dans etc. 1
    • show [de ~ (m)] nom
      • in de show traden dertig artiesten op1

Related Words for "show":

  • showen, shows, showtje

Related Definitions for "show":

  1. presentatie of tentoonstelling1
    • er werd een modeshow gehouden1
  2. voorstelling met muziek, dans etc.1
    • in de show traden dertig artiesten op1