Dutch
Detailed Translations for volharden from Dutch to Swedish
volharden:
-
volharden (volhouden; doorzetten; standhouden; doorgaan)
Conjugations for volharden:
o.t.t.
- volhard
- volhardt
- volhardt
- volharden
- volharden
- volharden
o.v.t.
- volhardde
- volhardde
- volhardde
- volhardden
- volhardden
- volhardden
v.t.t.
- heb volhard
- hebt volhard
- heeft volhard
- hebben volhard
- hebben volhard
- hebben volhard
v.v.t.
- had volhard
- had volhard
- had volhard
- hadden volhard
- hadden volhard
- hadden volhard
o.t.t.t.
- zal volharden
- zult volharden
- zal volharden
- zullen volharden
- zullen volharden
- zullen volharden
o.v.t.t.
- zou volharden
- zou volharden
- zou volharden
- zouden volharden
- zouden volharden
- zouden volharden
diversen
- volhard!
- volhardt!
- volhard
- volhardend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for volharden:
Verb | Related Translations | Other Translations |
framhärda | doorgaan; doorzetten; standhouden; volharden; volhouden | doordouwen; doorzetten |
hålla ut | doorgaan; doorzetten; standhouden; volharden; volhouden | doordouwen; doorzetten |
vara ihärdig | doorgaan; doorzetten; standhouden; volharden; volhouden |