Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. opschrokken:
  2. opschrikken:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for opschrokken from Dutch to Swedish

opschrokken:

opschrokken [znw.] nom

  1. opschrokken (vies eten; smakken)

Translation Matrix for opschrokken:

NounRelated TranslationsOther Translations
glufsande opschrokken; smakken; vies eten schrokken
smackning opschrokken; smakken; vies eten gesmak

Wiktionary Translations for opschrokken:


Cross Translation:
FromToVia
opschrokken glufsa i sig wolf down — consume quickly

opschrokken form of opschrikken:

opschrikken verbe (schrik op, schrikt op, schrok op, schrokken op, opgeschrokken)

  1. opschrikken
    baxna; bli häpen
    • baxna verbe (baxnar, baxnade, baxnat)
    • bli häpen verbe (blir häpen, blev häpen, blivit häpen)

Conjugations for opschrikken:

o.t.t.
  1. schrik op
  2. schrikt op
  3. schrikt op
  4. schrikken op
  5. schrikken op
  6. schrikken op
o.v.t.
  1. schrok op
  2. schrok op
  3. schrok op
  4. schrokken op
  5. schrokken op
  6. schrokken op
v.t.t.
  1. heb opgeschrokken
  2. hebt opgeschrokken
  3. heeft opgeschrokken
  4. hebben opgeschrokken
  5. hebben opgeschrokken
  6. hebben opgeschrokken
v.v.t.
  1. had opgeschrokken
  2. had opgeschrokken
  3. had opgeschrokken
  4. hadden opgeschrokken
  5. hadden opgeschrokken
  6. hadden opgeschrokken
o.t.t.t.
  1. zal opschrikken
  2. zult opschrikken
  3. zal opschrikken
  4. zullen opschrikken
  5. zullen opschrikken
  6. zullen opschrikken
o.v.t.t.
  1. zou opschrikken
  2. zou opschrikken
  3. zou opschrikken
  4. zouden opschrikken
  5. zouden opschrikken
  6. zouden opschrikken
en verder
  1. ben opgeschrokken
  2. bent opgeschrokken
  3. is opgeschrokken
  4. zijn opgeschrokken
  5. zijn opgeschrokken
  6. zijn opgeschrokken
diversen
  1. schrik op!
  2. schrikt op!
  3. opgeschrokken
  4. opschrikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

opschrikken [znw.] nom

  1. opschrikken

Translation Matrix for opschrikken:

NounRelated TranslationsOther Translations
vara förskräckd opschrikken
VerbRelated TranslationsOther Translations
baxna opschrikken
bli häpen opschrikken

Wiktionary Translations for opschrikken:


Cross Translation:
FromToVia
opschrikken hoppa; hoppa till jump — react to a sudden stimulus by jerking the body violently
opschrikken rycka till start — to jerk suddenly in surprise