Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- keren:
- keer:
-
Wiktionary:
- keren → vrida, vända, blanda, sammanblanda
- keer → gång
- keer → gång, gånger, ändring, förändring
Dutch
Detailed Translations for keren from Dutch to Swedish
keren:
Conjugations for keren:
o.t.t.
- keer
- keert
- keert
- keren
- keren
- keren
o.v.t.
- keerde
- keerde
- keerde
- keerden
- keerden
- keerden
v.t.t.
- ben gekeerd
- bent gekeerd
- is gekeerd
- zijn gekeerd
- zijn gekeerd
- zijn gekeerd
v.v.t.
- was gekeerd
- was gekeerd
- was gekeerd
- waren gekeerd
- waren gekeerd
- waren gekeerd
o.t.t.t.
- zal keren
- zult keren
- zal keren
- zullen keren
- zullen keren
- zullen keren
o.v.t.t.
- zou keren
- zou keren
- zou keren
- zouden keren
- zouden keren
- zouden keren
en verder
- heb gekeerd
- hebt gekeerd
- heeft gekeerd
- hebben gekeerd
- hebben gekeerd
- hebben gekeerd
diversen
- keer!
- keert!
- gekeerd
- kerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for keren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
återvända | terugkomst | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
snurra | draaien; keren; wenden | draaien; kolken; kroelen; ronddraaien; rondtollen; tollen; wervelen; wielen |
vrida | draaien; keren; omdraaien; wenden | wrikken; zich wringen |
vända | draaien; keren; wenden | iets omdraaien; kenteren; omkeren; omwenden; rondwentelen; spiegelen |
vända sig om | draaien; keren; omdraaien; wenden | |
återvända | keren; omkeren; teruggaan | terugbezorgen; wederkeren; weerkeren |
- | omdraaien; omkeren |
Related Words for "keren":
Synonyms for "keren":
Related Definitions for "keren":
Wiktionary Translations for keren:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• keren | → vrida; vända; blanda; sammanblanda | ↔ retourner — aller de nouveau en un lieu. |
keren form of keer:
Translation Matrix for keer:
Noun | Related Translations | Other Translations |
böjelse | keer; kentering; ombuiging; omkeer; ommekeer; ommezwaai; omslag | declinatie; draai; genegenheid; geneigdheid; gezindheid; glooiing; glooiingshoek; hang; inclinatie; kronkel; neiging; twist; verdraaiing |
förändring | keer; keerpunt; ombuiging; verandering; wending; wijziging | hervorming; kentering; mutatie; omkeer; ommekeer; ommezwaai; omschakeling; omwisselen; smeltmiddel; transformatie; veranderen; verandering; wending; wijzigen; wijziging |
kris | keer; keerpunt; wending | nood; noodtoestand |
omväxling | keer; ombuiging; verandering; wijziging | het verschonen; ommekeer; omslag; totale verandering; verschoning |
tid | keer; maal | duur; tijdruimte; tijdsruimte |
vändpunkt | keer; keerpunt; wending | wendingspunt |
- | maal |
Related Words for "keer":
Synonyms for "keer":
Related Definitions for "keer":
Wiktionary Translations for keer:
keer
Cross Translation:
noun
-
telkens terugkerend tijdstip waarop iets gebeurt
- keer → gång
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• keer | → gång | ↔ Mal — bestimmter Zeitpunkt; Moment; die Anzeige eines Wiederholungsfaktors oder einer Reihenfolge |
• keer | → gång | ↔ time — instance or occurrence |
• keer | → gånger | ↔ times — multiplied by |
• keer | → ändring | ↔ altération — physique|fr chimie|fr changement dans l’état d’une chose. |
• keer | → gång | ↔ fois — Reprise |
• keer | → förändring; ändring | ↔ transformation — action de transformer. |