Dutch
Detailed Translations for adopteren from Dutch to Swedish
adopteren:
-
adopteren (aannemen)
Conjugations for adopteren:
o.t.t.
- adopteer
- adopteert
- adopteert
- adopteren
- adopteren
- adopteren
o.v.t.
- adopteerde
- adopteerde
- adopteerde
- adopteerden
- adopteerden
- adopteerden
v.t.t.
- heb geadopteerd
- hebt geadopteerd
- heeft geadopteerd
- hebben geadopteerd
- hebben geadopteerd
- hebben geadopteerd
v.v.t.
- had geadopteerd
- had geadopteerd
- had geadopteerd
- hadden geadopteerd
- hadden geadopteerd
- hadden geadopteerd
o.t.t.t.
- zal adopteren
- zult adopteren
- zal adopteren
- zullen adopteren
- zullen adopteren
- zullen adopteren
o.v.t.t.
- zou adopteren
- zou adopteren
- zou adopteren
- zouden adopteren
- zouden adopteren
- zouden adopteren
diversen
- adopteer!
- adopteert!
- geadopteerd
- adopterende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for adopteren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
adoption | aannemen; aanneming; adopteren; adoptie | adoptie |
Verb | Related Translations | Other Translations |
adoptera | aannemen; adopteren | |
uppta | aannemen; adopteren | inspreken; opnemen |
- | aannemen |
Synonyms for "adopteren":
Related Definitions for "adopteren":
Wiktionary Translations for adopteren:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• adopteren | → adoptera | ↔ adopt — to take by choice into relationship, as, child, heir, friend, citizen |
• adopteren | → adoptera | ↔ adoptieren — jemanden als Kind annehmen |
• adopteren | → adoptera; tacka ja till; kora | ↔ adopter — choisir quelqu’un pour fils ou pour fille et lui en donner les droits civils en remplir certaines conditions prescrire par la loi. |
External Machine Translations: