Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. opzoeken:
  2. Opzoeken:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for opzoeken from Dutch to Swedish

opzoeken:

opzoeken verbe (zoek op, zoekt op, zocht op, zochten op, opgezocht)

  1. opzoeken (naslaan)
    titta up
    • titta up verbe (tittar up, tittade up, tittat up)
  2. opzoeken (op bezoek komen; bezoeken; langskomen; )
    besöka; komma förbi
    • besöka verbe (besöker, besökte, besökt)
    • komma förbi verbe (kommer förbi, komm förbi, kommit förbi)

Conjugations for opzoeken:

o.t.t.
  1. zoek op
  2. zoekt op
  3. zoekt op
  4. zoeken op
  5. zoeken op
  6. zoeken op
o.v.t.
  1. zocht op
  2. zocht op
  3. zocht op
  4. zochten op
  5. zochten op
  6. zochten op
v.t.t.
  1. heb opgezocht
  2. hebt opgezocht
  3. heeft opgezocht
  4. hebben opgezocht
  5. hebben opgezocht
  6. hebben opgezocht
v.v.t.
  1. had opgezocht
  2. had opgezocht
  3. had opgezocht
  4. hadden opgezocht
  5. hadden opgezocht
  6. hadden opgezocht
o.t.t.t.
  1. zal opzoeken
  2. zult opzoeken
  3. zal opzoeken
  4. zullen opzoeken
  5. zullen opzoeken
  6. zullen opzoeken
o.v.t.t.
  1. zou opzoeken
  2. zou opzoeken
  3. zou opzoeken
  4. zouden opzoeken
  5. zouden opzoeken
  6. zouden opzoeken
en verder
  1. ben opgezocht
  2. bent opgezocht
  3. is opgezocht
  4. zijn opgezocht
  5. zijn opgezocht
  6. zijn opgezocht
diversen
  1. zoek op!
  2. zoekt op!
  3. opgezocht
  4. opzoekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for opzoeken:

NounRelated TranslationsOther Translations
besöka bezichtigen; bezichtiging
titta up opkijken
- naslag
VerbRelated TranslationsOther Translations
besöka aankomen; bezoeken; inlopen; langskomen; op bezoek komen; opzoeken; voorbijkomen aankomen; bezoeken; buurten; iemand opzoeken; langsgaan; langskomen; op visite gaan; voorbijkomen
komma förbi aankomen; bezoeken; inlopen; langskomen; op bezoek komen; opzoeken; voorbijkomen aangetroffen worden; binnenvallen; onverwachts langskomen
titta up naslaan; opzoeken
- bezoeken
ModifierRelated TranslationsOther Translations
komma förbi binnengevallen; langsgekomen

Synonyms for "opzoeken":


Related Definitions for "opzoeken":

  1. bij hem op visite gaan1
    • wanneer kom je me eens opzoeken?1
  2. proberen het te vinden1
    • zoek dat woord op in een woordenboek1

Wiktionary Translations for opzoeken:


Cross Translation:
FromToVia
opzoeken slå upp look up — to obtain information about something from a text source
opzoeken besöka visit — to go and meet (someone)
opzoeken leta; söka chercher — Se donner du mouvement, du soin, de la peine pour découvrir quelqu’un ou quelque chose (Sens général)
opzoeken leta; söka raillerplaisanter quelqu’un ou quelque chose, lui parler ou en parler avec moquerie.

Opzoeken:

Opzoeken verbe

  1. Opzoeken (Zoeken)

Translation Matrix for Opzoeken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
Slå upp Opzoeken; Zoeken
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
Sök Opzoeken; Zoeken

Related Translations for opzoeken