Dutch

Detailed Translations for vervelend from Dutch to Swedish

vervelend:


Translation Matrix for vervelend:

NounRelated TranslationsOther Translations
störande verstoringen
tråkigt verveling
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- eentonig; lastig; saai
ModifierRelated TranslationsOther Translations
besvärligt ergerlijk; irritant; vervelend beklemmend; hinderlijk; knellend; lastig; met een groot gewicht; nijpend; onaangenaam; onhandelbaar; smartelijk; storend; tegendraads; zwaar
förarglig ergerlijk; irritant; vervelend hinderlijk; lastig; onaangenaam; provocerend; storend; uitdagend
förargligt ergerlijk; irritant; vervelend hinderlijk; lastig; onaangenaam; provocerend; storend; uitdagend
förkrossad futloos; lamlendig; landerig; vervelend
förkrossat futloos; lamlendig; landerig; vervelend diepbedroefd; zielsbedroefd
irriterandet ergerlijk; irritant; vervelend
ledsam afgezaagd; ellendig; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; rot; saai; vervelend
ledsamt afgezaagd; ellendig; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; rot; saai; vervelend helaas; jammer genoeg; muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; tot mijn spijt; verschaald
långtrådigt afgezaagd; ellendig; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; rot; saai; vervelend
långvarig langdradig; vervelend; wijdlopig breedsprakig; breedvoerig; langdradig; langjarig; omslachtig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig; veeljarig; wijdlopig
långvarigt langdradig; vervelend; wijdlopig breedsprakig; breedvoerig; langaanhoudend; langdradig; langdurig; langjarig; omslachtig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig; veeljarig; wijdlopig
störande ergerlijk; irritant; vervelend
tråkig afgezaagd; eentonig; ellendig; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; monotoon; rot; saai; slaapverwekkend; suf; vervelend eentonig; monotoon; onbehaaglijk; ongezellig; saai; saaie; sfeerloos; slaapverwekkend; zonder sfeer
tråkigt afgezaagd; eentonig; ellendig; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; monotoon; rot; saai; slaapverwekkend; suf; vervelend afstompend; eentonig; geestdodend; lijzig; log; loom; monotoon; muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; saai; saaie; sfeerloos; slaapverwekkend; stom; suf; verschaald; zonder sfeer
tröttsam ergerlijk; irritant; vervelend langdradig; saai; taai; zonder afleiding
tröttsamt ergerlijk; irritant; vervelend langdradig; saai; taai; zonder afleiding

Related Words for "vervelend":

  • vervelender, vervelendere, vervelendst, vervelendste

Synonyms for "vervelend":


Antonyms for "vervelend":


Related Definitions for "vervelend":

  1. zonder afwisseling1
    • wat een vervelende film, ik val bijna in slaap1
  2. waar je door gestoord of belemmerd wordt1
    • hij doet erg vervelend tegen zijn tante1

Wiktionary Translations for vervelend:


Cross Translation:
FromToVia
vervelend irriterande annoying — causing irritation or annoyance; troublesome; vexatious
vervelend avskyvärd; motbjudande; vidrig; förhatlig obnoxious — offensive, very annoying
vervelend irriterande pesky — annoying, troublesome, irritating
vervelend obehaglig désagréable — Qui déplaire, de quelque manière que ce être.
vervelend irriterande embêtant — (familier, fr) Qui embêter.
vervelend tråkig ennuyeux — Qui cause de l’ennui.
vervelend förtretlig; oangenäm; obehaglig; otrevlig; ovänlig; snäsig maussade — D’humeur chagrin ; sombre ; ombrageux ; morose ; renfrogné.

vervelend form of vervelen:

vervelen verbe (verveel, verveelt, verveelde, verveelden, verveeld)

  1. vervelen
    vara uttråkad; tråka ut
    • vara uttråkad verbe (är uttråkad, var uttråkad, varit uttråkad)
    • tråka ut verbe (tråkar ut, tråkade ut, tråkat ut)
  2. vervelen (irriteren; op de zenuwen werken; ergeren)
    irritera; störa; reta; förarga
    • irritera verbe (irriterar, irriterade, irriterat)
    • störa verbe (stör, störde, stört)
    • reta verbe (retar, retade, retat)
    • förarga verbe (förargar, förargade, förargat)

Conjugations for vervelen:

o.t.t.
  1. verveel
  2. verveelt
  3. verveelt
  4. vervelen
  5. vervelen
  6. vervelen
o.v.t.
  1. verveelde
  2. verveelde
  3. verveelde
  4. verveelden
  5. verveelden
  6. verveelden
v.t.t.
  1. heb verveeld
  2. hebt verveeld
  3. heeft verveeld
  4. hebben verveeld
  5. hebben verveeld
  6. hebben verveeld
v.v.t.
  1. had verveeld
  2. had verveeld
  3. had verveeld
  4. hadden verveeld
  5. hadden verveeld
  6. hadden verveeld
o.t.t.t.
  1. zal vervelen
  2. zult vervelen
  3. zal vervelen
  4. zullen vervelen
  5. zullen vervelen
  6. zullen vervelen
o.v.t.t.
  1. zou vervelen
  2. zou vervelen
  3. zou vervelen
  4. zouden vervelen
  5. zouden vervelen
  6. zouden vervelen
diversen
  1. verveel!
  2. verveelt!
  3. verveeld
  4. vervelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vervelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
förarga ergeren; irriteren; op de zenuwen werken; vervelen ontstemmen
irritera ergeren; irriteren; op de zenuwen werken; vervelen ontstemmen
reta ergeren; irriteren; op de zenuwen werken; vervelen aanleiding geven tot; kietelen; kittelen; ontlokken; ophitsen; provoceren; sjaggeren; uitdagen; uitlokken
störa ergeren; irriteren; op de zenuwen werken; vervelen ontrieven; tobben; verstoren; vertoornen
tråka ut vervelen
vara uttråkad vervelen

Antonyms for "vervelen":


Related Definitions for "vervelen":

  1. hem niet boeien1
    • dat boek verveelt mij1
  2. je naar voelen omdat je niets leuks te doen hebt1
    • mijn broer verveelt zich altijd in de vakantie1

Wiktionary Translations for vervelen:


Cross Translation:
FromToVia
vervelen irretera annoy — to disturb or irritate
vervelen tråka ut bore — to inspire boredom
vervelen trötta; uttrötta fatigueraffaiblir par une trop grande dépense de force.
vervelen trötta; uttrötta lasser — désuet|fr rendre las.

Related Translations for vervelend