Summary


Dutch

Detailed Translations for bedanken from Dutch to Swedish

bedanken:

bedanken verbe (bedank, bedankt, bedankte, bedankten, bedankt)

  1. bedanken (danken)
    tacka
    • tacka verbe (tackar, tackade, tackat)
  2. bedanken (dank betuigen; danken)
    vara tacksam mot; visa tacksamhet mot
  3. bedanken (abstineren; onthouden; afwijzen; afwimpelen; afslaan)
    avstå; avhålla sig
    • avstå verbe (avstår, avstod, avstått)
    • avhålla sig verbe (avhåller sig, avhöll sig, avhållit sig)

Conjugations for bedanken:

o.t.t.
  1. bedank
  2. bedankt
  3. bedankt
  4. bedanken
  5. bedanken
  6. bedanken
o.v.t.
  1. bedankte
  2. bedankte
  3. bedankte
  4. bedankten
  5. bedankten
  6. bedankten
v.t.t.
  1. heb bedankt
  2. hebt bedankt
  3. heeft bedankt
  4. hebben bedankt
  5. hebben bedankt
  6. hebben bedankt
v.v.t.
  1. had bedankt
  2. had bedankt
  3. had bedankt
  4. hadden bedankt
  5. hadden bedankt
  6. hadden bedankt
o.t.t.t.
  1. zal bedanken
  2. zult bedanken
  3. zal bedanken
  4. zullen bedanken
  5. zullen bedanken
  6. zullen bedanken
o.v.t.t.
  1. zou bedanken
  2. zou bedanken
  3. zou bedanken
  4. zouden bedanken
  5. zouden bedanken
  6. zouden bedanken
diversen
  1. bedank!
  2. bedankt!
  3. bedankt
  4. bedankende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bedanken:

NounRelated TranslationsOther Translations
tacka blok; ooi
VerbRelated TranslationsOther Translations
avhålla sig abstineren; afslaan; afwijzen; afwimpelen; bedanken; onthouden onthouden; opnemen; opslaan
avstå abstineren; afslaan; afwijzen; afwimpelen; bedanken; onthouden afstaan; onthouden; opnemen; opslaan; overgeven
tacka bedanken; danken
vara tacksam mot bedanken; dank betuigen; danken
visa tacksamhet mot bedanken; dank betuigen; danken
- danken

Synonyms for "bedanken":


Related Definitions for "bedanken":

  1. zeggen dat je er blij mee bent1
    • ik bedankte hem voor het cadeau1