Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. beeldhouwen:


Dutch

Detailed Translations for beeldhouwen from Dutch to Swedish

beeldhouwen:

beeldhouwen verbe (houw beeld, houwt beeld, houwde beeld, houwden beeld, beeldgehouwen)

  1. beeldhouwen
    skulptera; forma; karva
    • skulptera verbe (skulpterar, skulpterade, skulpterat)
    • forma verbe (formar, formade, format)
    • karva verbe (karvar, karvade, karvat)

Conjugations for beeldhouwen:

o.t.t.
  1. houw beeld
  2. houwt beeld
  3. houwt beeld
  4. houwen beeld
  5. houwen beeld
  6. houwen beeld
o.v.t.
  1. houwde beeld
  2. houwde beeld
  3. houwde beeld
  4. houwden beeld
  5. houwden beeld
  6. houwden beeld
v.t.t.
  1. heb beeldgehouwen
  2. hebt beeldgehouwen
  3. heeft beeldgehouwen
  4. hebben beeldgehouwen
  5. hebben beeldgehouwen
  6. hebben beeldgehouwen
v.v.t.
  1. had beeldgehouwen
  2. had beeldgehouwen
  3. had beeldgehouwen
  4. hadden beeldgehouwen
  5. hadden beeldgehouwen
  6. hadden beeldgehouwen
o.t.t.t.
  1. zal beeldhouwen
  2. zult beeldhouwen
  3. zal beeldhouwen
  4. zullen beeldhouwen
  5. zullen beeldhouwen
  6. zullen beeldhouwen
o.v.t.t.
  1. zou beeldhouwen
  2. zou beeldhouwen
  3. zou beeldhouwen
  4. zouden beeldhouwen
  5. zouden beeldhouwen
  6. zouden beeldhouwen
diversen
  1. houw beeld!
  2. houwt beeld!
  3. beeldgehouwen
  4. beeldhouwende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for beeldhouwen:

NounRelated TranslationsOther Translations
karva kerven
skulptera beeld; beeldhouwwerk; sculptuur
VerbRelated TranslationsOther Translations
forma beeldhouwen boetseren; fatsoeneren; kneden; maken; modelleren; stileren; vervaardigen; vorm geven; vormen; vormgeven
karva beeldhouwen een inkeping maken; groeven; houtsnijden; inkepen; inkerven; insnijden; kepen; kerven; snijwerk maken
skulptera beeldhouwen