Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. inkepen:


Dutch

Detailed Translations for inkepen from Dutch to Swedish

inkepen:

inkepen verbe (keep in, keept in, keepte in, keepten in, ingekeept)

  1. inkepen (kerven; een inkeping maken; kepen; inkerven)
    karva; göra skåror
    • karva verbe (karvar, karvade, karvat)
    • göra skåror verbe (gör skåror, gjorde skåror, gjort skåror)

Conjugations for inkepen:

o.t.t.
  1. keep in
  2. keept in
  3. keept in
  4. kepen in
  5. kepen in
  6. kepen in
o.v.t.
  1. keepte in
  2. keepte in
  3. keepte in
  4. keepten in
  5. keepten in
  6. keepten in
v.t.t.
  1. heb ingekeept
  2. hebt ingekeept
  3. heeft ingekeept
  4. hebben ingekeept
  5. hebben ingekeept
  6. hebben ingekeept
v.v.t.
  1. had ingekeept
  2. had ingekeept
  3. had ingekeept
  4. hadden ingekeept
  5. hadden ingekeept
  6. hadden ingekeept
o.t.t.t.
  1. zal inkepen
  2. zult inkepen
  3. zal inkepen
  4. zullen inkepen
  5. zullen inkepen
  6. zullen inkepen
o.v.t.t.
  1. zou inkepen
  2. zou inkepen
  3. zou inkepen
  4. zouden inkepen
  5. zouden inkepen
  6. zouden inkepen
en verder
  1. is ingekeept
diversen
  1. keep in!
  2. keept in!
  3. ingekeept
  4. inkepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for inkepen:

NounRelated TranslationsOther Translations
karva kerven
VerbRelated TranslationsOther Translations
göra skåror een inkeping maken; inkepen; inkerven; kepen; kerven
karva een inkeping maken; inkepen; inkerven; kepen; kerven beeldhouwen; groeven; houtsnijden; inkerven; insnijden; kerven; snijwerk maken