Home ->Dictionaries ->Dutch/Swedish ->Translate verstandeloos

Translate verstandeloos from Dutch to Swedish

Summary

Dutch to Swedish: more detail...

verstandeloos:
- tjockskalligt; dum; trög; trögt; dumt; känslolös; känslolöst

Dutch

Detailed Translations for verstandeloos from Dutch to Swedish

verstandeloos:

verstandeloos adj

verstandeloos (stompzinnig; dom; onnozel; achterlijk; afgestompt; breinloos; onverstandig; hersenloos; geesteloos; idioot; onbenullig; stupide)
tjockskalligt; dum; trög; trögt; dumt
- tjockskalligt adj
- dum adj
- trög adj
- trögt adj
- dumt adj
verstandeloos (zonder verstand; redeloos)
känslolös; känslolöst
- känslolös adj
- känslolöst adj

Translation Matrix for verstandeloos:

Noun	Related Translations	Other Translations
känslolös		emotieloosheid; gevoelloosheid; meedogenloosheid; ongevoeligheid
Modifier	Related Translations	Other Translations
dum	achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; geesteloos; hersenloos; idioot; onbenullig; onnozel; onverstandig; stompzinnig; stupide; verstandeloos	dwaas; gek; gemeen; idioot; lullig; maf; min; onbezonnen; onzinnig; slecht; vals
dumt	achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; geesteloos; hersenloos; idioot; onbenullig; onnozel; onverstandig; stompzinnig; stupide; verstandeloos	dom; dwaas; gek; gemeen; idioot; lullig; maf; min; onbezonnen; onverstandig; onzinnig; slecht; stom; suf; vals
känslolös	redeloos; verstandeloos; zonder verstand	gelaten; onaandoenlijk; stoïcijns
känslolöst	redeloos; verstandeloos; zonder verstand	geen pijn voelend; gelaten; gevoelloos; niet-voelend; onaandoenlijk; onbegaan; ongevoelig; stoïcijns
tjockskalligt	achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; geesteloos; hersenloos; idioot; onbenullig; onnozel; onverstandig; stompzinnig; stupide; verstandeloos	dwaas; idioot; onbezonnen
trög	achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; geesteloos; hersenloos; idioot; onbenullig; onnozel; onverstandig; stompzinnig; stupide; verstandeloos	flauwtjes; lijzig; log; loom; lui; stomp; traag; werkschuw
trögt	achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; geesteloos; hersenloos; idioot; onbenullig; onnozel; onverstandig; stompzinnig; stupide; verstandeloos	flauwtjes; lijzig; log; loom; lui; stomp; traag; werkschuw; zouteloos