Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. periodiek:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for periodiek from Dutch to German

periodiek:

periodiek adj

  1. periodiek

periodiek [de ~ (v)] nom

  1. de periodiek (tijdschrift; magazine; maandblad; )
    Magazin; die Zeitschrift; Blatt; die Monatsschrift; die Illustrierte; Monatsheft; Wochenblatt; die Nachricht; Journal; die Meldung

Translation Matrix for periodiek:

NounRelated TranslationsOther Translations
Blatt bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad blaadje; blad; bladknooppunt; boomblad; kling; kling van een zwaard; lemmet; tijdschrift; vel; werkblad
Illustrierte bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad magazine; tv-programma
Journal bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad Journal; Windows Journal; dagboek; journaal; logboek; logboekopname
Magazin bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad bergplaats; depot; geweermagazijn; ligopslagplaats; magazijn; magazine; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; provisiekamer; tv-programma; voorraadkamer; voorraadmagazijn; voorraadplaats; voorraadschuur; warenhuis
Meldung bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad aangeven; aangifte; aankondiging; bekendmaking; bericht; bevestiging; bewering; boodschap; declaratie; gewag; journaal; mededeling; melding; nieuws; openbare publicatie; opgave; opheldering; publicatie; publikatie; relaas; ruchtbaarheid; statement; tijding; toelichting; uitgave; uitgifte; uitlegging; uitspraak; verklaring; vermelding; verwittiging
Monatsheft bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad
Monatsschrift bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad
Nachricht bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad aankondiging; bericht; document; e-mailbericht; informatie; inlichting; journaal; melding; nieuws; nieuwsbericht; opheldering; tijding; toelichting; uiteenzetting; uitleg; verduidelijking; verklaring
Wochenblatt bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad
Zeitschrift bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad blaadje; blad; magazine; tijdschrift; tv-programma
ModifierRelated TranslationsOther Translations
periodisch periodiek

Related Words for "periodiek":

  • periodieken, periodieke

Wiktionary Translations for periodiek:

periodiek
adjective
  1. periodisch, regelmatig terugkerend
noun
  1. tijdschrift

Cross Translation:
FromToVia
periodiek zeitweise periodically — in a regular, periodic manner
periodiek periodisch périodique — Qui revient régulièrement dans le temps.
periodiek Revue; Zeitschrift revue — gazette, périodique