Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. Unterricht bekommen:


German

Detailed Translations for Unterricht bekommen from German to Dutch

Unterricht bekommen:

Unterricht bekommen verbe

  1. Unterricht bekommen (lernen; studieren)
    leren; kennis opdoen; opsteken; meekrijgen; oppikken; meepikken
    • leren verbe (leer, leert, leerde, leerden, geleerd)
    • opsteken verbe (steek op, steekt op, stak op, staken op, opgestoken)
    • meekrijgen verbe (krijg mee, krijgt mee, kreeg mee, kregen mee, meegekregen)
    • oppikken verbe (pik op, pikt op, pikte op, pikten op, opgepikt)
    • meepikken verbe (pik mee, pikt mee, pikte mee, pikten mee, meegepikt)

Translation Matrix for Unterricht bekommen:

NounRelated TranslationsOther Translations
leren Lernen; Studieren
meekrijgen Bewegen zu; Mitbekommen
opsteken Aufstecken; in die Höhe stecken
VerbRelated TranslationsOther Translations
kennis opdoen Unterricht bekommen; lernen; studieren
leren Unterricht bekommen; lernen; studieren aneignen; anlernen; beibringen; büffeln; einpauken; einreißen; erlernen; erziehen; lehren; lernen; sich angewöhnen; studieren; unterrichten; unterweisen
meekrijgen Unterricht bekommen; lernen; studieren
meepikken Unterricht bekommen; lernen; studieren entwenden; klauen; mitnaschen; rauben; stehlen
oppikken Unterricht bekommen; lernen; studieren abholen; aneignen; anlernen; ansammeln; aufheben; auflesen; aufnehmen; aufpicken; aufsammeln; einpauken; einsammeln; erlernen; holen; lernen; studieren; versammeln; zusammentragen
opsteken Unterricht bekommen; lernen; studieren aneignen; anlernen; anmachen; anstecken; anzünden; aufrollen; eine Zigarette entzünden; einpauken; erlernen; in Brand stecken; lernen; studieren

External Machine Translations:

Related Translations for Unterricht bekommen