Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. abhandenkommen:


German

Detailed Translations for abhandenkommen from German to Dutch

abhandenkommen:

abhandenkommen verbe

  1. abhandenkommen (verlieren; verloren gehen)
    verliezen; kwijt raken
    • verliezen verbe (verlies, verliest, verloor, verloren, verloren)
    • kwijt raken verbe (raak kwijt, raakt kwijt, raakte kwijt, raakten kwijt, kwijt geraakt)
  2. abhandenkommen (verlegen; verlieren; loswerden; )
    zoekmaken; wegmaken; zoek maken
    • zoekmaken verbe
    • wegmaken verbe (maak weg, maakt weg, maakte weg, maakten weg, weggemaakt)
    • zoek maken verbe (maak zoek, maakt zoek, maakte zoek, maakten zoek, zoek gemaakt)

Translation Matrix for abhandenkommen:

NounRelated TranslationsOther Translations
verliezen Verlieren
VerbRelated TranslationsOther Translations
kwijt raken abhandenkommen; verlieren; verloren gehen
verliezen abhandenkommen; verlieren; verloren gehen abhanden kommen; unterliegen; verlieren; verloren gehen; vermissen
wegmaken abhandenkommen; loswerden; verlegen; verlieren; verlorengehen; verschleppen; wegschaffen
zoek maken abhandenkommen; loswerden; verlegen; verlieren; verlorengehen; verschleppen; wegschaffen
zoekmaken abhandenkommen; loswerden; verlegen; verlieren; verlorengehen; verschleppen; wegschaffen