Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. differenzieren:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for differenzieren from German to Dutch

differenzieren:

differenzieren verbe

  1. differenzieren
    differentiëren
    • differentiëren verbe (differentieer, differentieert, differentieerde, differentieerden, gedifferentieerd)
  2. differenzieren (nuancieren)
    nuanceren
    • nuanceren verbe (nuanceer, nuanceert, nuanceerde, nuanceerden, genuanceerd)

Translation Matrix for differenzieren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
differentiëren differenzieren
nuanceren differenzieren; nuancieren Unterschied machen; nuancieren

Synonyms for "differenzieren":


Wiktionary Translations for differenzieren:

differenzieren
verb
  1. Mathematik: die Ableitung einer Funktion bilden
  2. unterscheiden

Cross Translation:
FromToVia
differenzieren differentiëren; onderscheiden difference — to distinguish or differentiate
differenzieren discrimineren; differentiëren; onderscheiden differentiate — to perceive the difference